ECLI:NL:GHAMS:2002:AF2009
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Boersma
- mr. Van der Laan
- Rechtspraak.nl
Duurzaam gescheiden leven en aftrek van alimentatiebetalingen in het belastingrecht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 27 november 2002, staat de vraag centraal of de belanghebbende recht heeft op aftrek van alimentatiebetalingen aan zijn echtgenote, gezien de omstandigheden van hun relatie. De belanghebbende, geboren in 1950, is in 1995 gehuwd met mevrouw A, die de Australische nationaliteit heeft. Na een verhuizing van de echtgenote en hun dochter naar Australië in september 1999, bleef de belanghebbende in Nederland wonen. De belanghebbende heeft in zijn belastingaangiften voor de jaren 1999 en 2000 alimentatiebetalingen opgevoerd, maar de inspecteur heeft deze niet geaccepteerd, omdat er volgens hem geen sprake was van duurzaam gescheiden leven.
Het hof heeft in zijn uitspraak de definitie van 'duurzaam gescheiden leven' uiteengezet, zoals eerder vastgesteld door de Hoge Raad. Het hof concludeert dat de belanghebbende en zijn echtgenote niet duurzaam gescheiden leven, omdat er geen duidelijke intentie is om de echtelijke samenleving te beëindigen. De belanghebbende heeft verklaard dat hij niet wil scheiden en dat er geen stappen zijn ondernomen om het huwelijk te ontbinden. Bovendien heeft hij regelmatig contact met zijn echtgenote en dochter onderhouden.
De uitspraak benadrukt dat voor de aftrek van alimentatiebetalingen aan een echtgenote, er een duidelijke scheiding van levens moet zijn, wat in dit geval niet is aangetoond. Het hof verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, wat betekent dat de alimentatiebetalingen niet als persoonlijke verplichtingen kunnen worden afgetrokken van zijn belastbaar inkomen. De uitspraak is gedaan door mr. Boersma, lid van de belastingkamer, in aanwezigheid van mr. Van der Laan als griffier.