In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep van [X] c.s. tegen een vonnis van de rechtbank te Alkmaar. De zaak betreft de vraag of [X] c.s. de titel 'architect' mag voeren, terwijl [X] niet geregistreerd staat als architect. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het gebruik van de titel door [X] c.s. in strijd is met artikel 23, lid 1 van de Wet op de Architectentitel. Dit artikel bepaalt dat alleen diegenen die in het register staan ingeschreven, gerechtigd zijn om de titel 'architect' te voeren of deze in een naam te gebruiken. De kantonrechter oordeelde dat de naam van de rechtspersoon, waarin de naam van [X] voorkomt, de indruk wekt dat [X] een geregistreerde architect is, wat misleidend is voor consumenten.
In hoger beroep heeft [X] c.s. zes grieven ingediend tegen het vonnis van de kantonrechter. Het hof heeft de grieven gezamenlijk behandeld en is tot de conclusie gekomen dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat het gebruik van de titel door [X] c.s. in strijd is met de wet. Het hof heeft vastgesteld dat [X] niet in het register staat ingeschreven en dat de naam van de rechtspersoon, waarin zijn naam voorkomt, de indruk wekt dat hij architect is, wat niet het geval is. Het hof heeft geoordeeld dat [X] c.s. niet kan ontkomen aan de wettelijke bepalingen door zijn beroep in de vorm van een rechtspersoon uit te oefenen.
Het hof heeft de grieven van [X] c.s. verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. [X] c.s. is veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 8 januari 2004 door de rechters M. Thiessen, A. van Dijk en J. van de Beek.