in de zaak nr. 04/675 DK
de dato 13 juni 2006
1.1. Op 23 februari 2004 is bij de Douanekamer van het Gerechtshof te Amsterdam (hierna: de Douanekamer) een beroepschrift ingekomen van A van B, adviseurs douane en internationale handel te C, ingediend namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te D, belanghebbende. Belanghebbende heeft haar beroepschrift nader aangevuld bij brieven, ingekomen op 22 maart 2004 en 4 mei 2004.
Het beroep is gericht tegen de uitspraak van het hoofd van de Belastingdienst/Douane P (hierna:de inspecteur) van 15 januari 2004, kenmerk xxx, waarbij het bezwaar van belanghebbende tegen de haar met dagtekening 22 april 2003 uitgereikte uitnodiging tot betaling, kenmerk xxxx ten bedrage van € 18.107,96 aan douanerechten, werd afgewezen.
1.2. Van belanghebbende is door de griffier een griffierecht van € 232 geheven.
1.3. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Op 31 augustus 2004 heeft hij voorts een monster overgelegd van de in geschil zijnde goederen.
1.4. Belanghebbende heeft op 15 augustus 2005 een nader stuk ingediend. De griffier heeft een afschrift van dit stuk aan de inspecteur gezonden.
1.5. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden tijdens de zitting van de Douanekamer van 20 september 2005.
Ter zitting zijn verschenen A namens belanghebbende, alsmede namens de inspecteur mr. E en mr. F. Partijen hebben elk een pleitnota met bijlage(n) overgelegd en voorgelezen. Beide partijen hebben kennis kunnen nemen van de overgelegde bijlage(n) en daarop kunnen reageren.
De Douanekamer rekent de pleitnota's en de bijlagen tot de gedingstukken.
2.1. Gedurende de periode april 2000 tot en met 31 december 2001 heeft belanghebbende, douane-expediteur, in opdracht van G GmbH te H, Duitsland (hierna: G), diverse aangiften voor het vrije verkeer gedaan voor een product, in de aangiften aangeduid als 'elektrische guirlandes van de soort gebruikt voor kerstboomverlichting' (verder ook: de goederen). Het product werd aangegeven onder goederencode 9405 30 00 van het Gemeenschappelijk Douanetarief (hierna: GDT). De douane heeft de door belanghebbende aangegeven indeling gevolgd.
2.2. In maart - april 2003 heeft de inspecteur een controle na de invoer ingesteld zoals bedoeld in artikel 78 van het Communautair Douanewetboek (hierna: CDW). In het naar aanleiding van de onder 2.2 bedoelde controle opgestelde rapport is, voor zover van belang, het volgende opgenomen: "(..)
Onregelmatigheid 4
In de aangiften voor het vrije verkeer Im4 nr. 0000xxxx/00 00x000xxxx, x000xxxx, 0000xxxxx/00 01 x0100xxx, x0100xxx, x0100xxx, x0100xxx, x0100xxx, x0100xxx, x0100xxx, x0100xxx en x0100xxx werd aangegeven, elektrische guirlandes van de soort gebruikt voor kerstboomverlichting, met als goederencode 9405.3000.00. (3,7% douanerecht)
Tijdens de controle werd een Duitse "bindende tarief inlichting" (BTI) met nummer 2002/04/26 overgelegd.
Daar de goederen vermeld op de bij de aangiften behorende facturen overéén kwamen met de goederen omschrijving vermeld op de BTI, is de aangegeven goederencode 9405.3000.00 onjuist.
Daarnaast hebben wij op de Douanepost P naar een monster gekeken welke eerder voor een identieke partij door X B.V. ter beschikking was gesteld.
Het betrof hier een lichtnet, welke was voorzien van losse zuignappen voor bevestiging.
De goederen moeten derhalve worden ingedeeld in goederencode 9405.4031.00 (4,7% douanerecht)
Hierdoor werd ten onrechte te weinig douanerechten in rekening gebracht.
(...)".
2.3. Naar aanleiding van de controle heeft de inspecteur zich op het standpunt gesteld dat de aangegeven goederen niet onder post 9405 30 00 van het GDT moesten worden ingedeeld maar onder post 9405 40 31 van het GDT en heeft hij de litigieuze uitnodiging tot betaling vastgesteld.
2.4. Het product bestaat uit een elektrische kabel waarop een aantal elektrische dwarskabels zijn aangebracht, zodat een net ontstaat. Het is 3.20 m lang en 1.50 m breed. De wijdte van de mazen is 20 x 20 cm.
Op de dwarskabels bevinden zich 160 plastic fittingen waarin kleine gloeilampjes zijn aangebracht. Bij het product worden onder meer 15 reservelampjes geleverd, een zakje met zuignapjes en haken en een gebruiksaanwijzing. Het product is verpakt in een kartonnen doos waarop een afbeelding staat en op die afbeelding is het lichtnet aangebracht in een kerstboom als verlichting.
2.5. Tot de stukken van het geding behoort een afschrift van een uitdraai van een website van de Europese Commissie met informatie inzake een bindende tariefinlichting, nummer DEB/534/02-1, met dagtekening 24 mei 2002, afgegeven aan G door de Oberfinanzdirektion Berlin te Berlijn (verder: de Duitse BTI-1) betreffende een product dat de volgende omschrijving heeft:
"Anderer (als von den UPos 9405 10 10 bis 94054010 erfasster) elektrischer Beleuchtungskörper aus Kunststoff, von der mit Glühlampen verwendeten Art, als Warenzusammenstelliung in Aufmachung für den Einzelverkauf, sog. Lichternetz für Weihnachten, im Wesentlichen bestehend aus- ein Netz bildenden elektrischen Anschlussleitungen (Abmessungen ca. 320 x 150 cm) mit 160 Glühlämpchen, die in Kunststofffassungen eingesteckt sind (charakterbestimmend in Bezug auf den Umfang und die Verwendung),- einem Netzteil met elektrischer Zuleitung und Stecker sowie-10 Ersatz-Glühlämpchen. Das Lichternetz dient der Beleuchutng und Dekoration von z. B. Wänden, Fenstern, Bäumen usw. Und ist in einem bedruckten Umkarton zur unmittelbaren Abgabe an den Verbraucher aufgemacht.".
Het aldus omschreven product is in de Duitse BTI-1 ingedeeld onder post 9405 40 31 van het GDT.
G heeft tegen deze BTI, na daartegen gemaakt bezwaar, beroep ingesteld.
Bij uitspraak van het Finanzgericht des Landes Brandenburg van 6 juni 2005 is G in het gelijk gesteld .
2.6. Tot de stukken van het geding behoort tevens een bindende tariefinlichting, nummer DE B/1596/05-1, met dagtekening 18 augustus 2005 afgegeven aan G door de Oberfinanzdirektion Cottbus te Berlijn (verder: de Duitse BTI-2) betreffende een product dat volgens vak 7 van de BTI wordt omschreven als:
" Andere elektrische Beleuchtung, von der für Weihnachtsbäume verwendeten Art als Warenzusammenstellung in Aufmachung für den Einzelverkauf, sog. Lichternetz für Weihnachten, im Wesentlichen bestehend aus
- ein Netz bildenden elektrischen Anschlussleitungen (Abmessungen ca. 320 x 150 cm) mit 160 Glühlämpchen, die in Kunststofffassungen eingesteckt sind (charakterbestimmend in Bezug auf den Umfang und die Verwendung),
- einem Netzteil mit elektrischer Zuleitung und Stecker sowie
- 10 Ersatz-Glühlämpchen.
Das Lichternetz dient der Beleuchtung von Weihnachtsbäumen, indem es die technische Weiterentwicklung der Christbaumketten darstellt. Es ist in einem bedruckten Umkarton zur unmittelbaren Abgabe an den Verbraucher aufgemacht".
Het aldus omschreven product is in de Duitse BTI-2 ingedeeld onder post
9405 30 00 van het GDT.
3.1. In geschil is het antwoord op de vraag of het product moet worden ingedeeld onder tariefpost 9405 30 00 van het GDT, hetgeen belanghebbende verdedigt, dan wel onder tariefpost 9405 40 31 van het GDT, hetgeen de inspecteur voorstaat.
3.2. De voor de beoordeling van het geschil relevante tariefposten luiden als volgt.
9405 Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) en delen daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen, voorzien van een vast aangebrachte lichtbron, alsmede elders genoemde noch elders onder begrepen delen daarvan:
(…)
9405 30 00 - elektrische guirlandes van de soort gebruikt voor kerstboomverlichting
9405 40 - andere elektrische verlichtingstoestellen:
(…)
-- andere:
--- van kunststof:
9405 40 31 ---- van de soort gebruikt voor gloeilampen en gloeibuizen
3.3. In de talen Spaans, Engels, Frans, en Deens luidt post 9405 30 00 als volgt:
Spaans: "Guirnaldas eléctricas del tipo de las utilizadas en árboles de
Navidad".
Engels: "Lighting sets of a kind used for christmas trees".
Frans: "Guirlandes électriques des types utilisés pour les arbres de Noël".
Deens: "Elektriske guirlander, af den art, der anvendes til juletræer".
3.4. De GS toelichting op post 9405 luidt, voor zover van belang, als volgt:
"(...) De voornaamste soorten van bij deze post bedoelde lampen zijn:
(...)
3. lampen voor bijzondere doeleinden: (..) elektrische guirlandes (ook indien voorzien van fantasielampen voor het vermaak of voor de versiering van kerstbomen); (...)"
3.5. De tekst van Verordening (EG) nr. 1017/2002 van de Commissie van 13 juni 2002 luidt, voor zover van belang, als volgt:
"(...)Omschrijving: Een vijfpuntige ster, vervaardigd uit een weefsel van metaalgaren en andere garens, opgevuld met een synthetisch materiaal, van ongeveer 8 bij 8 cm. Een van de punten is voorzien van een ophanglus, gemaakt van een met een laagje metaal bedekte draad. GN-code 6308 90 99 Motivering (…) Gelet op de algemene verschijningsvorm van dit artikel kan het artikel gedurende het gehele jaar door en niet uitsluitend als kerstversiering worden gebruikt en is het daarom uitgezonderd van post 9505".
4. Het standpunt van belanghebbende
4.1. De Duitse BTI-1 is door de Duitse Douane ingetrokken. De Duitse BTI-2 betreft hetzelfde product als het door belanghebbende voor het vrije verkeer aangegeven product. Dat blijkt uit de omschrijving die in vak 7 van de Duitse BTI-2 is vermeld. Deze BTI geldt in de gehele Gemeenschap. Met een beroep op deze Duitse BTI-2 dient het door belanghebbende voor het vrije verkeer aangegeven product dan ook onder post 9405 30 00 van het GDT te worden ingedeeld.
4.2. Het product is hoofdzakelijk bestemd als kerstverlichting en kan in de kerstboom worden gehangen. De bewoordingen van post 9405 30 00 dwingen hier echter niet toe. De tekst luidt immers " geschikt voor kerstboomverlichting". Andere toepassingen zijn derhalve ook denkbaar, zoals draperen rond de kerstboom of bevestigen aan het plafond boven de kerstboom.
4.3. Ter zitting heeft belanghebbende, zakelijk weergegeven, nog het volgende toegevoegd:
Het product wordt slechts verkocht in de periode voor de kerstdagen, op kerstmarkten, in warenhuizen en in tuincentra.
Verzocht wordt om forfaitaire vergoeding van de proceskosten in de bezwaar- en de beroepsprocedure.
5. Het standpunt van de inspecteur
5.1. Het onderhavige goed is een verlichtingsnet dat door de bijgeleverde zuignappen en de algemene verschijningsvorm het gehele jaar door, en dus niet louter tijdens de kerstperiode als kerstverlichting, kan worden gebruikt.
Artikelen die een ruimere gebruiksmogelijkheid hebben dan uitsluitend te dienen als kerstboomverlichting kunnen niet in post 9405 30 worden ingedeeld maar dienen op basis van indelingsregel 1 en 6 onder post 9405 40 te worden ingedeeld. Het product is derhalve uitgezonderd van indeling in post 9405 30 00.
5.2. Steun voor het vorenvermelde standpunt wordt gevonden in Verordening (EG) nr. 1017/2002 van de Commissie van 13 juni 2002, Pb.nr. L 155 van 14 juni 2002. Hierin werd een vergelijkbaar artikel (een vijfpuntige ster) ingedeeld.
5.3. Een door een andere, buitenlandse, douaneautoriteit afgegeven BTI behoeft niet gevolgd te worden.
5.4. Ter zitting heeft de inspecteur, zakelijk weergegeven nog het volgende toegevoegd:
Opvallend zijn de afgiftedatum en de datum van geldigheid van de nieuwe Duitse BTI; de BTI geldt vanaf 18 augustus 2005 en niet eerder.
Geconstateerd is dat de oude BTI is ingetrokken maar dat de nieuwe nog niet in het computersysteem te vinden is. De verlichtingsnetten kunnen ook zonder zuignappen in en om de boom worden gedrapeerd. Mét zuignappen heeft het product een (nog) bredere toepassing en worden dergelijke verlichtingsnetten ook in bijvoorbeeld tuinparasols aangetroffen. Het product wordt o.a. bij de supermarkt Aldi te koop aangeboden.
6.1. Voor wat betreft de indeling van goederen zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken. Het is daarnaast vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (verder: Hof van Justitie) dat het beslissende criterium voor de indeling in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen van het in te delen product, zoals deze in de tekst van de posten van het GDT en in de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven. Voorts is het vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie dat de bestemming van het product een objectief criterium kan zijn voor de indeling daarvan, namelijk indien de bestemming inherent is aan het product en deze inherentie kan worden beoordeeld aan de hand van de objectieve eigenschappen en kenmerken van het product.
6.2. Een omschrijving van het begrip "van de soort geschikt voor kerstboomverlichting" als gebezigd in post 9405 30 00 van het GDT ontbreekt. In zijn arrest van 20 november 1997, zaak C-338/95 (Wiener SI GmbH) Jurispr. blz I-6495, heeft het Hof van Justitie met betrekking tot de indeling van nachthemden geoordeeld dat bij gebreke van een omschrijving, naar het objectieve kenmerk van een goed dient te worden gezocht, dat dit onderscheidt van andere combinaties. Dit objectieve kenmerk kan worden gezocht in het gebruik waarvoor het goed bestemd is. Daarbij mag buiten beschouwing blijven dat een dergelijk goed ook voor andere doeleinden of toepassingen geschikt is. Deze mogelijkheid moet dan wel van ondergeschikt belang zijn.
6.3. Het vorenoverwogene brengt met zich dat de ingevoerde goederen slechts dan in post 9405 30 00 van het GDT kunnen worden ingedeeld als zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn om als kerstboomverlichting te worden gebruikt. Als de goederen zonder onderscheid zowel voor kerstboomverlichting als voor andere verlichtingsdoeleinden gebruikt kunnen worden, is een indeling als kerstboomverlichting uitgesloten, zo volgt uit de onder 6.2 aangehaalde jurisprudentie van het Hof van Justitie.
6.4. Een nadere beschouwing van het product brengt de Douanekamer tot het oordeel dat het, ten opzichte van de gebruikelijke kerstverlichting (met elektrische kaarsjes) het voordeel heeft dat het gemakkelijk over een kerstboom kan worden gedrapeerd, waarbij door de gelijkmatige verdeling van de gloeilampjes in het net zonder veel moeite een gelijkmatige verlichting van de boom wordt bereikt. Door de donkergroene kleur van de kabels wordt voorts bereikt dat uitsluitend de lampjes en niet het net in het oog springen.
Ook de afbeelding op de verpakking van een op dezelfde manier verlichte kerstboom onderstreept het gebruiksdoel als kerstboomverlichting. Weliswaar valt niet uit te sluiten dat het product ook voor andere toepassingen wordt gebruikt, bijvoorbeeld als tuinverlichting, maar dit is een nadrukkelijk minder belangrijke toepassing omdat het onderhavige product daarvoor vanwege zijn relatief geringe afmetingen en de groene kabels te teer en niet geschikt is. Het product is daarvoor bovendien te instabiel en door de afwezigheid van een goede isolatie minder geschikt.
6.5. Uit de omstandigheid dat bij het product zuignapjes zijn gevoegd, zou de conclusie getrokken kunnen worden dat het aan een raam bevestigd zou kunnen worden. Voor een gewoon raam is het product echter naar het oordeel van de Douanekamer te groot. Daarnaast zijn de afmetingen van de individuele mazen met 20 bij 20 cm ook te ruim voor gebruikelijke raamverlichting. Bij gewone zogenoemde 'lichtgordijnen' zijn de gloeilampjes veel dichter bij elkaar aangebracht. Weliswaar zou het net dubbel of driedubbel gevouwen voor een raam kunnen worden gehangen maar bij een dergelijk gebruik zouden de donkergroene kabels te zeer op de voorgrond treden en zou de aanblik aanzienlijk verslechteren. Verder geldt dat versiering van een muur met het product weliswaar mogelijk is, maar door de afmetingen en de donkergroene kleur van het product niet voor de hand ligt.
6.6. De bewoordingen van de post luiden "(...) van de soort gebruikt voor kerstboomverlichting". Naar het oordeel van de Douanekamer geven deze bewoordingen aanleiding het begrip niet te beperkt uit te leggen. De omschrijving "van de soort" is ook opgenomen in de Engelse, Franse, Deense en Spaanse versie van de post, zodat het hier niet om een onzorgvuldig c.q. verschillend woordgebruik gaat dat slechts in één taalversie bestaat, maar om een door de wetgever beoogde tekst.
6.7. Uit het in 6.1. tot 6.6. overwogene concludeert de Douanekamer dat de gebruiksdoeleinden van de goederen op grond van de objectieve kenmerken hoofdzakelijk liggen in de verlichting van kerstbomen. Uit de bewoordingen van de post volgt derhalve dat de goederen moeten worden ingedeeld onder post 9405 30 00 van het GDT.
6.8. Het beroep moet gegrond worden verklaard.
In de omstandigheid dat het beroep gegrond is, vindt de Douanekamer aanleiding de inspecteur op de voet van artikel 8:75 Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb) te veroordelen in de proceskosten, welke met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht worden vastgesteld op 2 (punten per proceshandeling) x € 322 (waarde per punt) x 1,5 (gewicht van de zaak) is € 966.
Belanghebbende heeft in haar beroepschrift tevens verzocht om vergoeding van de kosten die zij in verband met het bezwaar heeft moeten maken.
Op grond van artikel 7:15, lid 3, Awb dient dit verzoek te worden gedaan vóórdat het bestuursorgaan op het bezwaar heeft beslist. Nu het verzoek pas tijdens de beroepsprocedure is gedaan, wijst de Douanekamer het af.
De Douanekamer:
- verklaart het beroep gegrond:
- vernietigt de uitspraak waarvan beroep, alsmede de uitnodiging tot betaling;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten en wijst de Staat der Nederlanden aan deze kosten, groot € 966, aan belanghebbende te voldoen;
- wijst de Staat der Nederlanden aan het griffierecht ad € 232 aan belanghebbende te vergoeden.
Aldus vastgesteld op 13 juni 2006 door mr. A. Bijlsma, voorzitter, mr. M.E. van Hilten en mr. E.M. Vrouwenvelder, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.K. Grando, griffier. De beslissing is op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken.
De griffier: De voorzitter:
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en bevat ten minste:
a) de naam en het adres van de indiener;
b) de dagtekening;
c) een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d) de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de indiener de Hoge Raad verzoeken de wederpartij te veroordelen tot betaling van de proceskosten.