ECLI:NL:GHAMS:2008:BD9207
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.A.G. van der Ouderaa
- J. den Boer
- E.F. Faase
- Rechtspraak.nl
Verrekening van onverrekende verliezen in vennootschapsbelasting na aandeelhouderswisseling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 juli 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verrekening van een onverrekend verlies van belanghebbende uit 1993. De inspecteur had aan belanghebbende voor het jaar 2004 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd, waarbij geen rekening was gehouden met het verlies uit 1993. Het Hof oordeelde dat de gehele schakel van vennootschappen doorlopen dient te worden voor de uiteindelijke aandeelhouder en dat het belang van de belanghebbende in belangrijke mate was gewijzigd. Dit leidde tot de conclusie dat de verrekening van het verlies uit 1993 op grond van artikel 20a, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 niet mogelijk was.
De zaak begon met een aanslag vennootschapsbelasting die op 31 juli 2006 was opgelegd, waarbij de inspecteur een belastbare winst van € 36.252 had vastgesteld. Na bezwaar tegen de verliesverrekeningsbeschikking, die het verlies op nihil had vastgesteld, verklaarde de inspecteur het bezwaar ongegrond. De rechtbank Haarlem oordeelde in eerste aanleg dat de aanslag moest worden verminderd tot een belastbaar bedrag van € 35.940, waarbij rekening werd gehouden met de onverrekende verliezen van de jaren 2000 en 2002.
In hoger beroep heeft het Hof de feiten van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de rechtbank terecht had beslist dat het verlies uit 1993 niet kon worden verrekend. Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij het belanghebbende niet was toegestaan het onverrekende verlies uit 1993 te verrekenen. De beslissing van het Hof werd op 9 juli 2008 in het openbaar uitgesproken, en er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten in hoger beroep.