GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
VIERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
de vereniging TROS, gevestigd te Hilversum,
APPELLANTE,
vertegenwoordigd door mr. H.A.J.M. van Kaam, advocaat te Amsterdam,
X, wonende te Y,
GEÏNTIMEERDE,
vertegenwoordigd door mr. W.J. Tielemans, advocaat te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
De partijen worden hierna Tros en X genoemd.
Bij "spoedappèldagvaarding" gedateerd 18 maart 2009 is Tros in hoger beroep gekomen van het vonnis dat de voorzieningenrechter in de rechtbank te Amsterdam in het kort geding tussen - onder meer - partijen (X als eiseres en Tros als gedaag¬de) onder zaaknummer/rolnum¬mer 422133/KG ZA 09 549 Pee/JS heeft gewezen en dat is uitgesproken op 16 maart 2009. Voormelde appeldagvaarding bevat de grief.
Ter terechtzitting van het hof van 20 maart 2009 heeft Tros desgevraagd meegedeeld dat voormelde dagvaarding niet daadwerkelijk is uitgebracht, omdat X had toegezegd vrijwillig te verschijnen, hetgeen zij ook heeft gedaan. Beide partijen hebben meegedeeld ervan uit te gaan, dat het hoger beroep aldus rechtsgeldig is ingesteld. Het hof zal hen daarin volgen.
Voorts heeft Tros ter terechtzitting desgevraagd medegedeeld, dat het - bij nader inzien en in afwijking van de tekst van de appeldagvaarding - niet de bedoeling is beroep in te stellen jegens A en B, in de dagvaarding vermeld als geïntimeerde sub 1 respectievelijk 2, en dat het beroep dan ook geacht moet worden uitsluitend betrekking te hebben op het vonnis voor zover gewezen tussen X enerzijds en Tros anderzijds. Mr. Tielemans voornoemd heeft hier geen bezwaar tegen gemaakt en daarbij uitdrukkelijk verklaard dat het niet de bedoeling was noch is om - namens X en/of namens (een van) de beide andere in de dagvaarding genoemde geïntimeerden - incidenteel hoger beroep in te stellen.
Op dezelfde terechtzitting heeft Tros, overeenkomstig (de tekst van) de appeldagvaarding, één grief voorgesteld en geconcludeerd dat het hof – kort gezegd - het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en alsnog de vordering van X geheel zal afwijzen, met veroordeling van X in de kosten van het geding in beide instanties. Daarbij heeft Tros een aantal tevoren toegezonden producties en een DVD in het geding gebracht.
Ook heeft Tros een - eveneens tevoren toegezonden - kopie van het (inmiddels) uitgewerkte vonnis overgelegd. De voorzieningenrechter had - bij het uitspreken van een verkorte versie van het vonnis - aangekondigd dat de uitwerking op 26 maart 2009 zou volgen. Hij heeft echter de uitwerking op verzoek van Tros met het oog op de behandeling van dit beroep vervroegd. In dit verband heeft Tros voorts desgevraagd nog verklaard dat lezing van het uitgewerkte vonnis haar geen aanleiding geeft haar - op basis van het mondeling uitgesproken vonnis geformuleerde - grief aan te vullen of nadere grieven te formuleren.
X heeft vervolgens ter terechtzitting geantwoord, de grief bestreden en geconcludeerd, dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen en Tros zal veroordelen in de kosten gevallen op het hoger beroep.
Partijen hebben bij die gelegenheid de zaak door hun advocaten doen bepleiten, ieder aan de hand van aan het hof overge¬legde pleitnotities.
Tros heeft voormelde DVD, die uit twee fragmenten bestaat, ter terechtzitting vertoond. Door een technisch mankement is het tweede fragment daarbij niet volledig afgespeeld. Het hof heeft - zoals ter zitting aangekondigd - de beide fragmenten in raadkamer volledig bekeken.
Partijen hebben vervolgens recht gevraagd op de stukken van beide instan¬ties, waarvan de inhoud als hier ingevoegd wordt beschouwd.
Dit arrest is de op 24 maart 2009 uitgewerkte en afgegeven versie van het arrest zoals dat op 23 maart 2009 in verkorte vorm in het openbaar is uitgesproken.
De voorzieningenrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.4 een aantal feiten tot uitgangspunt genomen. Daaromtrent bestaat tussen partijen geen geschil zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.
3.1 X is woonachtig aan de Laan te Y. Haar zoon A (verder ook A), feitelijk leidinggevende van financieel adviesbureau Z BV, verblijft regelmatig - in ieder geval sedert het overlijden van de echtgenoot van X op 16 december 2008: gemiddeld enkele dagen per week - eveneens op dit adres.
Tros, een publieke omroepvereniging, zendt het programma Tros Opgelicht?! uit. Zij beoogt in dit programma naar aanleiding van klachten van burgers maatschappelijke misstanden aan de kaak te stellen.
Bij de redactie van het programma zijn klachten binnengekomen over oplichting door A, onder andere met betrekking tot door hem ontvangen maar niet aan de desbetreffende maatschappij afgedragen verzekeringspremies. De redactie heeft het voornemen opgevat het programma van 17 maart 2009 aan deze klachten te wijden. In verband daarmee hebben medewerkers van het programma zonder voorafgaande goedkeuring van X of A op 9 maart 2009 rondom het huis van X een aantal opnamen gemaakt van de pogingen van die medewerkers om A verantwoording te vragen alsmede van de diezelfde dag volgende aanhouding van A door de politie.
3.2 X, A alsmede B voornoemd, kleindochter van X die tijdens de opnamen op enig moment ook bij de woning aanwezig was, hebben in kort geding gevorderd, dat de voorzieningenrechter - kort gezegd - Tros
? verbiedt om in enig programma aandacht te besteden aan een van de eisers waardoor verband zou kunnen worden gelegd tussen een van hen en strafbare gedragingen,
? verbiedt om voormelde opnamen in enig programma te vertonen en
? gebiedt om de opnamen te vernietigen,
een en ander - naar het hof begrijpt - op straffe van verbeurte van een dwangsom.
De voorzieningenrechter heeft Tros verboden "om in Tros Opgelicht?! of in enig ander programma in het kader van aandacht voor de beschuldigingen tegen A, beelden te tonen van X of van de tuin, de oprit en het pand aan de Laan te Y of enig deel daarvan, op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per overtreding van dit verbod, met een maximum van € 250.000,00" en de vordering voor het overige afgewezen.
De grief richt zich tegen deze beslissing - voor zover het het ten gunste van X opgelegde verbod betreft - en de gronden waarop de beslissing berust.
3.3 Tros heeft ter terechtzitting van het hof verklaard, dat de uitzending van het programma inmiddels voor 24 maart 2009 is geagendeerd. Zij heeft voorts verklaard dat elk van de twee filmfragmenten op de ter zitting getoonde DVD een compilatie bevat van de voor het programma gemaakte opnamen. Het is - aldus nog steeds Tros ter terechtzitting - de bedoeling, dat precies deze twee fragmenten - derhalve niets meer en niets minder (van bedoelde opnamen) - in het programma te zien zullen zijn. De enige wijziging die zij - zo heeft Tros zonder voorbehoud ter terechtzitting verklaard - nog zal aanbrengen, is het onzichtbaar maken van het woord "Welkom" aan de gevel van het huis van X.
Gelet op dit een en ander zal het hof de vordering van X en het naar aanleiding daarvan opgelegde verbod uitsluitend beoordelen aan de hand van deze fragmenten, gewijzigd als zojuist vermeld.
In het eerste fragment wordt eerst een totaalbeeld gegeven van de woning van X en omgeving. Vervolgens wordt ingezoomd op het huis en de tuin. Een stem roept: "Wij zijn opgelicht door [voornaam] (onverstaanbaar)". Voorts is te zien en te horen dat een medewerker van Tros aan X vraagt om "A" te spreken. Dan volgen beelden van de medewerker die voor de inmiddels gesloten deur, deels door de brievenbus - mogelijk tegen A, althans die suggestie wordt gewekt - het volgende zegt:
Ik wil graag van u als financieel adviseur nou eens een keer horen waarom het nodig is om tot drie keer toe dezelfde woonlastenverzekering af te sluiten. Dat zijn een aantal zaken waarop ik een antwoord wil van u. Dus, geeft u mij alsjeblieft de gelegenheid om even met u te praten.
In het tweede fragment is te zien, dat de politie tevergeefs op de deur klopt en aanbelt. Filmend dwars door de woonkamer is te zien dat iemand - het hof begrijpt: een politieman – in de tuin ergens (een muur of schutting) op klimt. Vervolgens is te zien, dat iemand met een capuchon op en de handen voor het gezicht - het hof begrijpt: A - naar buiten komt en door de politie wordt afgevoerd.
In beide fragmenten zijn het huis van X, de tuin en de op de oprit staande auto goed te zien en wordt zo nu en dan ingezoomd op details van het huis en van hetgeen van buitenaf in de woonkamer is te zien. In beide fragmenten zijn X, A, de betrokken politieambtenaren en het kenteken van de auto op de inrit onherkenbaar (gemaakt).
3.4 Het gaat in deze zaak om een botsing van twee fundamentele rechten.
3.5 Enerzijds geldt dat Tros de vrijheid heeft om door haar gesignaleerde maatschappelijke misstanden door middel van een televisieprogramma - hier door middel van haar programma Tros Opgelicht?! - onder de aandacht van het publiek te brengen en aan de kaak te stellen, in de vorm die haar goeddunkt. Die vrijheid berust op het in artikel 7 van de Grondwet en in artikel 10 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) vastgelegde recht op vrijheid van meningsuiting.
Het door de voorzieningenrechter opgelegde verbod betekent een beperking van het recht van Tros op vrijheid van meningsuiting.
3.6 Anderzijds geldt dat X het in artikel 8 EVRM gewaarborgde recht heeft op bescherming van eer en goede naam en van de persoonlijke levenssfeer.
Er kan naar het voorlopig oordeel van het hof geen twijfel over bestaan dat het op televisie vertonen van de beide filmfragmenten een ernstige inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van X. Weliswaar is het gezicht van X waar zij zelf in beeld komt, onherkenbaar gemaakt, maar daarmee wordt het - naar mag worden aangenomen - beoogde doel, anonimiteit, hier niet bereikt. De beelden brengen immers de straat waar X woont, haar karakteristieke huis en tuin prominent in beeld, zijn daar ten dele in het bijzonder op gericht, soms wordt daarop juist ingezoomd, als gevolg waarvan X en haar leefomgeving ongevraagd - in het kader van mogelijk door haar zoon gepleegde strafbare feiten - herkenbaar en publiekelijk op de televisie worden getoond. Het hof laat dan nog daar, dat haar zoon in de fragmenten bij name wordt genoemd zodat X ook daaraan gemakkelijk kan worden herkend.
3.7 Voor toewijzing van de voorziening (voor zover thans nog aan de orde) is vereist dat de beperking voorzien is bij de wet, dat zij een legitiem doel heeft en dat zij met het oog op dat doel noodzakelijk is in een democratische samenleving.
X beoogt met haar vordering haar recht op bescherming van eer en goede naam en van de persoonlijke levenssfeer te verwezenlijken. Dat is een legitiem doel.
Voor de verdere toetsing moet bij deze botsende fundamentele rechten - aan de hand van alle terzake dienende omstandigheden - beoordeeld worden welke van beide rechten hier het zwaarste weegt. Indien deze beoordeling hier ten gunste van het recht van X op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer uitvalt, is daarmee - mogelijk behoudens uitzondering die zich hier niet voordoet - gegeven dat uitzending van de fragmenten onrechtmatig jegens haar is en dus dat beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting voorzien is bij de wet (artikel 6:162 BW), en tevens dat die beperking met het oog op het voormelde doel noodzakelijk is in een democratische samenleving.
3.8 Tros heeft niet (voldoende gemotiveerd) toegelicht op grond waarvan het noodzakelijk was om X en haar leefomgeving herkenbaar in de zin als hiervoor uiteengezet en in verband met mogelijk door haar zoon gepleegde strafbare feiten in beeld te brengen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom Tros het bewuste onderwerp niet - zonder al te veel moeite - even doeltreffend en zonder op enigerlei wijze aan de strekking en de kracht van het programma afbreuk te doen, had kunnen illustreren, desgewenst ook - zoals nu - met beelden van de pogingen contact te leggen met A en met beelden van diens aanhouding (daargelaten de rechtmatigheid daarvan jegens A), zonder - zoals zij nu heeft gedaan - ernstig inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van X.
Dit een en ander betekent, dat Tros de schending van het recht van X op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer zonder al teveel moeite, even doeltreffend en zonder afbreuk te doen aan de kracht en de strekking van het programma had kunnen vermijden. Dit brengt naar het voorlopig oordeel van het hof reeds mee, dat in dit geval het recht van X op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer het zwaarst moet wegen. De getroffen voorziening is dan ook terecht gegeven en de grief moet stranden.
Bij dit een en ander heeft het hof in aanmerking genomen, dat aangenomen moet worden dat X - nu niet anders is gesteld of aannemelijk geworden - buiten de feiten staat waarvan haar zoon is beschuldigd. Of het oordeel anders zou moeten luiden indien dat anders was geweest of indien het zou gaan om de persoonlijke levenssfeer van degene tot wie de beschuldiging zich rechtstreeks richt, hier dus A, kan - als thans niet aan de orde - in het midden blijven.
3.9 Tros heeft nog opgemerkt, dat de uitzending van het programma Tros Opgelicht?! van 24 maart 2009 de laatste uitzending van het programma in dit seizoen is. Voor zover zij dit als argument tegen het verbod heeft willen aanvoeren, moet dit worden verworpen. Deze omstandigheid komt immers in beginsel voor haar rekening en risico. Tros heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd, waarom dat hier anders zou zijn.
De grief faalt. Het hof zal het vonnis waarvan beroep, voor zover dat aan zijn oordeel is onderworpen, bekrachtigen. Voorts zal het hof Tros als de in het ongelijk gestelde partij verwijzen in de kosten van het hoger beroep.
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep, voor zover dat aan zijn oordeel is onderworpen;
verwijst Tros in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van X tot op heden begroot op € 303,- voor verschotten en € 2.682,- voor salaris;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. P. Ingelse, M.A. Goslings en M.M.M. Tillema en in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2009.