[geïntimeerde] betwist een en ander gemotiveerd. Hij wijst er
– kort weergegeven - op dat de Stichting ten tijde van het
aangaan van de huurovereenkomst naast hem nog drie andere
bestuursleden had en dat het besluit de huurovereenkomst aan te gaan door het bestuur en niet alleen door hem is genomen. Bovendien heeft de Stichting, aldus [geïntimeerde], ondanks ontstane
vochtproblemen, waardoor de Stichting de twee kantooretages niet kon betrekken, de eerste anderhalf jaar de huurpenningen
betaald. Hierna heeft, aldus voorts [geïntimeerde], het voltallig
bestuur van de Stichting op advies van haar advocaat besloten
vanaf het najaar 2001/winter 2002 de betaling van de huur op
te schorten in verband met de ernstige vochtproblemen en een
verbod van de gemeente Haarlem het pand te gebruiken als kan-
toor. Wel reserveerde de Stichting (een deel van) de huur op
de derdenrekening van haar advocaat, maar na een door de
Stichting gewonnen – door [appellanten] aangespannen – kort geding
werd het gereserveerde geld op 1 oktober 2002 door de advocaat
van de Stichting teruggestort op de rekening van de Stichting.
De Stichting en haar bestuursleden leefden hierdoor, tot het
onder 3.2.9 genoemde vonnis van de kantonrechter van 16 april
2003, in de veronderstelling dat zij niet gehouden waren de
huurpenningen te betalen en dat zij gerechtigd waren de huur-
betaling op te schorten. Voorts wijst [geïntimeerde] op na de huur-
opschorting ontstane onvoorziene problemen met de subsidiever-
strekking aan de Stichting, waardoor de liquiditeitspositie
van de Stichting onder druk kwam te staan en er keuzes gemaakt
moesten worden bij het doen van betalingen. Ter onderbouwing
hiervan heeft [geïntimeerde] een verklaring overgelegd van voormalig
medebestuurslid (voormalig secretaris) P. Roodenburg d.d.
3 december 2007. Indien de Stichting het pand wel had kunnen
betrekken had de Stichting extra inkomsten kunnen genereren en
de huurpenningen wel kunnen voldoen. Ter adstructie hiervan
legt [geïntimeerde] een brief van de heer [X], AA accountant,
d.d. 30 september 2003 over. [geïntimeerde] bestrijdt tot slot dat de Stichting geen verhaal meer biedt.