4.5. De fiscale behandeling van de op een werknemer verhaalde Wga-premie komt aan de orde tijdens het wetgevingsoverleg op 23 oktober 2006 tussen de Minister van Financïen en de vaste commissie voor Financiën over het Belastingplan 2007 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006/2007, 30 804, nr. 37). Voor zover van belang, is het volgende opgenomen:
Kamerlid Crone:
“Na alle gedoe naar aanleiding van de demonstratie is geregeld dat de WGA-premie wordt betaald door de werkgever. Deze mag deze premie voor ten hoogste 50% verhalen op de werknemer. Dat is een zaak van sociale partners. Daar treden wij in principe niet in. Van het
kabinet mag deze premie echter verhaald worden op het nettoloon. Dat is iets nieuws. Onze werknemersverzekeringen, pensioenen enzovoorts kennen namelijk een omkeerregeling. Als je premie inlegt omdat je later een uitkering wilt krijgen, is de premie aftrekbaar, maar over de uitkering betaal je gewoon belasting. Het kabinet doorbreekt deze omkeerregel doordat twee keer belasting moet worden betaald. De premie wordt immers ingehouden op het nettoloon en over de uitkering moet ook belasting worden betaald.
(…)
Het gaat niet alleen om principes, het gaat om het geld. Dit kan tot vrij grote koopkracht¬effecten voor de burgers leiden. Als de WGA-premie niet bruto maar netto wordt ingehouden, scheelt dat natuurlijk in het brutonettotraject. Dat kan al gauw 40% schelen. Het kan om tienden van procenten gaan bij betrokken werknemers. Vooral voor werknemers van wie de werkgevers een hoge WGA-premie moeten afdragen, kan het om vele tienden van procenten gaan.
(…)
Ik heb een amendement voorbereid waardoor op dit vlak wordt teruggekeerd naar de normale omkeerregel en de sociale partners worden vrijgelaten in hun keuze in de gewichtsverdeling. Ik vraag mij overigens af of dit wat kost. Dit zit gewoon in het bruto-nettotraject.”
De Minister:
“Laat ik vooropstellen dat het kabinet zelf geen enkele behoefte heeft aan verhaal op de werknemers. De mogelijkheid is op verzoek van de Stichting van de Arbeid geopend, maar wij hebben er vrede mee dat de WGA-premie gewoon een werkgeverspremie is. Er is ook een heel praktisch punt. Als wij in tegenstelling tot wat wij hebben afgesproken en wat de werkgevers en werknemers wisten, toch van brutoverhaal uitgaan, legt dat een behoorlijk budgettair beslag. Het hangt natuurlijk af van het aantal werkgevers dat gaat verhalen, maar bij maximaal verhaal is het een bedrag van bijna 300 mln., dat vervolgens ook als aftrekpost kan gelden. Overigens heeft de heer Crone wel een punt, als hij zegt dat in termen van zuiverheid het brutoverhaal zeer verdedigbaar is. Het is alleen niet de manier waarop wij erover hebben gesproken.
(…)
Er is geen strijd met de omkeerregel omdat wij dit als een volledige werkgeverspremie
hebben gekwalificeerd. Er is geen wettelijk aandeel van de werknemer. Er is wel een mogelijkheid tot verhaal. Dat is iets anders dan dat het wettelijk geregeld is. Er is
geen sprake van dubbele heffing. Het is iets dat zich afspeelt tussen de werknemer en de werkgever. Het is een werkgeverspremie die volledig ten laste van de werkgever komt. Als die werkgever iets wil verhalen, moet hij maar zien hoe hij aan zijn geld komt. Dit zit niet
in het wettelijke systeem.
(…)
Wij als overheid vinden het helemaal niet zo nodig dat er verhaal plaatsvindt op de werknemers en wij de werkgevers moeten faciliteren. Het is al mooi genoeg dat wij de mogelijkheid openen, maar fiscaal faciliteren met alle ingewikkeldheden van dien voor de uitvoering lijkt ons niet nodig. Hoe moet je bijvoorbeeld berekenen wat er verhaald mag worden? Stel dat het een eigenrisicodrager is. Hoe bepaal je of het juist is wat hij vraagt? Er zitten allerlei complicaties aan dat verhaal die ook voor de Belastingdienst weer veel werk betekenen. Er moet gekeken worden of iemand niet te veel of te weinig verhaalt, enzovoorts.”
Kamerlid Crone:
Vervolgens is de vraag of alles verhaald wordt. Een aantal werkgevers zal het inderdaad niet verhalen omdat zij hierover in het totale cao-pakket niet moeilijk willen doen.
(…)
Als het wel gebeurt, moet het bruto aftrekbaar zijn. Dat geldt toch voor alle particuliere
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen? Het zijn verzekeringen en die zijn aftrekbaar. Los van de getallen wil ik dat hoofdprincipe vasthouden. Het is óf omdat het niet mag óf omdat het bruto wordt.”
De Minister:
“In mijn wijze van zien is het geen bijdrage aan de sociale verzekering, maar een bijdrage
van de werknemer ter ondersteuning van zijn werkgever. Qua sociale verzekering betaalt de werkgever.”
Kamerlid Crone:
“Het is een bijdrage aan een verzekering. Als het geen verzekering voor arbeidsonge¬schikt¬heid is, is er ook geen titel om het te verhalen. Het zit in het kader van de WGA; het is een verzekerings¬premie die herverdeeld wordt. Men kan daar natuurlijk voor of tegen zijn, maar het is een aftrekbare post net als een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering.”
De Minister:
“Het is geen premie. De werkgever wordt aangeslagen voor de premie. Dat is de wettelijke
grondslag. Het verhaal is weer iets anders. De werkgever betaalt de arbeidsongeschiktheids¬verzekering. De werkgever is daar wettelijk toe verplicht gesteld.”