Bij de behandeling van de klacht wordt van het navolgende uitgegaan:
a. Klaagster heeft een makelaars-, hypotheek- en assurantiekantoor te Hilversum gedreven.
b. Klaagster heeft op 28 maart 2007 met [ ] (hierna: [de koper]) een koopovereenkomst gesloten op basis waarvan klaagster haar bedrijfspand aan de [adres] te [plaatsnaam] aan [de koper] heeft verkocht. De koopsom bedroeg € 405.000,--.
c. Op dezelfde dag heeft klaagster een koopovereenkomst met [de koper] gesloten op basis waarvan zij de assurantieportefeuille aan [de koper] heeft verkocht voor een bedrag van € 95.000,--.
d. In de koopovereenkomst zijn, voor zover hier van belang, de navolgende bepalingen opgenomen: “(…)
Artikel 2. Eigendomsoverdracht
2.1. De akte van levering zal gepasseerd worden op: 16 april 2007, of zoveel eerder of later als partijen nader overeenkomen, ten overstaan van notaris (..) [de notaris] (…).
Artikel 6. Ontbindende voorwaarden
6.1. Deze overeenkomst kan door koper worden ontbonden indien hij (…)
c. op 8 april 2007 voor financiering en/of krediet van de onroerende zaak tot een bedrag van € 405.000,00 geen hypothecaire geldlening of het aanbod daartoe van een erkende geldverstrekkende instelling heeft verkregen, (…)
Artikel 7. Waarborgsom
7.1. Tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van koper wordt door deze uiterlijk op 8 april 2007 gestort als waarborgsom in handen van de notaris (…) een bedrag van € 40.500,= (…).
7.2. In plaats van deze waarborgsom te storten kan koper tot op de uiterste datum die in artikel 7.1 genoemd is een schriftelijke bankgarantie doen stellen voor het in artikel 7.1 genoemde bedrag, (…)
Artikel 11. Ingebrekestelling, ontbinding en schadeloosstelling.
11.1. Indien een van de nalatige partij(en), na aangetekend schrijven in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen nalatig blijft in de nakoming van zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen zal deze overeenkomst van rechtswege zonder rechterlijke tussenkomst ontbonden zijn, (…)”.
e. In verband met het feit dat [de koper] niet kon voldoen aan de in de koopovereenkomst vermelde termijnen heeft hij zich voor uitstel hiervan tot klaagster gewend.
In zijn brief van 6 april 2006 [bedoeld zal zijn 2007] heeft [de koper] onder meer het navolgende aan klaagster en de notaris medegedeeld: “(…)
Betreft: uitstel van of beroep doen op ontbindende voorwaarden tbv aankoop onroerend goed (…) en bedrijfsovername (…)
Op 6 april 2007 heeft Koper in een persoonlijk onderhoud aan Verkoper verzocht om uitstel van de ontbindende voorwaarden naar 24 april 2007 en de leveringsdatum te verplaatsen naar de mooie datum 1 mei 2007 of zoveel eerder of later als dat partijen overeenkomen of zoveel eerder of later als dat een bank en notariële instellingen het mogelijk maken.
Verkoper heeft hiermee ingestemd onder de voorwaarde dat de bankgarantie uiterlijk 18 april 2007 gesteld dient te worden. (…)”.
Deze brief is door klaagster voor akkoord ondertekend.
f. Bij brief van 23 april 2007 heeft de notaris aan klaagster en [de koper] bericht dat de eigendomsoverdracht zal plaatsvinden op 15 mei 2007.
g. Klaagster heeft op 24 april 2007 het bedrijfspand en de assurantieportefeuille aan derden verkocht.
h. Op 25 april 2007 heeft klaagster de notaris telefonisch medegedeeld dat zij geen nieuwe leveringsdatum was overeengekomen met [de koper] en dat de onder punt f genoemde brief dan ook ten onrechte door hem was verzonden.
i. Bij brief van 25 april 2007 heeft klaagster onder meer het navolgende aan [de koper] medegedeeld:”(…)
A priori zou de bankgarantie 8 april 2007 kunnen worden afgegeven. Er is door u, de notaris en uw financier uitstel gevraagd, in eerste aanleg tot 24 april 2007. Ik heb in overleg met u de termijn verkort en gesteld op 18 april 2007.
Na u en uw financier uitstel te hebben verleend tot uiterlijk 18 april 2007 om de financiering voor de aankoop van mijn bedrijf in orde te krijgen, hebben wij beide kunnen vaststellen dat de financiering niet tijdig was gerealiseerd. Dat betreur ik ten zeerste.
Na 18 april 2007 heeft u met uw financier afgesproken dat pas 8 mei 2007 eventueel een bankgarantie zou kunnen worden afgegeven. Een en ander afhankelijk van de beoordeling van uw financieringsaanvraag.
Ik heb u op 18 april 2007 of direct daarna medegedeeld dat de exclusiviteit van onze onderhandeling hiermee kwam te vervallen. Ik heb u geïnformeerd met andere partijen informatieve gesprekken te zullen gaan voeren. U toonde daarvoor begrip en u heeft daarmee ingestemd.
(…)
Desalniettemin, zoals eerder gezegd, ben ik thans in verengaande exclusieve besprekingen met derde. De exclusiviteit is ingegaan op 25 april 2007 en loopt tot 19 mei 2007
Ik heb nog gewacht op resultaat tot 24 april 2007 omdat in eerdere gesprekken uw financier deze datum haalbaar achtte. (…)”.
Klaagster heeft een kopie van deze brief aan de notaris verzonden.
j. Bij faxbericht van 25 april 2007 heeft klaagster de notaris het navolgende medegedeeld:”(…)
Met reactie op uw brief van 23 april jl. deel ik u het volgende mee: Wij hebben op 18, 19 en 20 april [de koper] en zijn bank laten weten geen verder uitstel te ondertekenen en vrij te zijn om met andere partijen in onderhandeling te gaan. [de koper] heeft gezegd het wel te begrijpen na uitstel van 1 april tot 18 april tot 24 april en vanaf 30 januari dit jaar al op financiële zekerheid te wachten.
Wij kunnen [de koper] geen exclusiviteit meer geven tot 19 mei vooralsnog.
Bijgaand doe ik u de bevestiging van deze aan [de koper] toekomen. (…)”.
k. Op 8 mei 2007 is de financieringsaanvraag van [de koper] gehonoreerd, hetgeen hij aan klaagster per die datum heeft medegedeeld.
l. In zijn brief van 10 mei 2007 heeft de notaris aan klaagster onder meer het navolgende medegedeeld:”(…)
Ingesloten doe ik u toekomen de bescheiden terzake de eigendomsoverdracht van bovengemeld pand.
De akte kan door u worden ondertekend op dinsdag 15 mei a.s. om 15.00 uur. (…)”.
m. Op 14 mei 2007 heeft klaagster de notaris en [de koper] schriftelijk medegedeeld alsdan niet te zullen verschijnen.
n. Op 15 mei 2007 heeft de notaris een akte van non-comparitie opgemaakt, waarin is vermeld dat hij heeft geconstateerd dat [de koper] op 15 mei 2007 om 15.00 uur is verschenen en zich bereid heeft verklaard aan het verlijden van de akte van levering mee te werken, dat [de koper] heeft voldaan aan de financiële verplichtingen door storting van de door hem verschuldigde koopsom en kosten, en dat klaagster niet is verschenen, zodat niet tot het verlijden van de akte van levering kon worden overgegaan.
o. Op dezelfde dag heeft de notaris de tussen klaagster en [de koper] gesloten overeenkomst ter zake van het bedrijfspand in het Kadaster ingeschreven.
p. In haar vonnis van 12 november 2008 heeft de rechtbank ’s-Gravenhage klaagster onder meer veroordeeld om tot levering van het bedrijfspand en de overdracht van de assurantieportefeuille over te gaan, aangezien klaagster niet heeft kunnen bewijzen dat de overeenkomsten op 18 april 2007 met wederzijds goedvinden waren beëindigd.
q. Klaagster heeft met [de koper] uiteindelijk een schikking getroffen.