ECLI:NL:GHAMS:2011:BP0310
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen herstelbeslissing rechtbank met betrekking tot veroordeling tot betaling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellant tegen een herstelbeslissing van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 30 juni 2010 een vonnis gewezen waarin appellant werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 7.507,62 aan geïntimeerde, maar dit was het gevolg van een kennelijke fout. De rechtbank heeft deze fout hersteld, maar appellant heeft het dagvaardingsexploot niet tijdig ingediend, waardoor de beroepstermijn inmiddels was verstreken. Appellant heeft geprobeerd om de zaak opnieuw aan te brengen met een herstelexploot, maar ook dit werd niet tijdig ingediend. Het hof heeft appellant in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de ontvankelijkheid in hoger beroep, maar de argumenten die appellant naar voren heeft gebracht, konden de niet-ontvankelijkheid niet doorbreken. Het hof oordeelt dat de beslissing van de rechtbank om de kennelijke fout te verbeteren, niet kan worden aangevochten en dat appellant niet in zijn hoger beroep kan worden ontvangen. De kosten van het hoger beroep worden ten laste van appellant gesteld, aangezien hij in het ongelijk is gesteld.