Uitspraak
mr. G.J. van Oosten te Amsterdam,
1.[naam],
[naam],
mr. A.G. Smink te Zwolle.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over een tuchtrechtelijke klacht tegen een notaris. De klacht was ingediend door twee notarissen die zich benadeeld voelden door een artikel dat de notaris had laten plaatsen in een makelaarskrant. De klagers stelden dat de notaris hiermee in strijd handelde met de Beleidsregel Adverteren van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). De notaris betwistte de beschuldigingen en voerde aan dat het artikel geen wervende publiciteit was, maar een inhoudelijk interview. Hij stelde dat hij niet zelf het initiatief had genomen voor het artikel en dat er geen betaling voor was gedaan.
Het hof oordeelde dat de klagers voldoende eigen belang hadden bij hun klacht, omdat het artikel was geplaatst in een krant die relevant was voor hun notarispraktijk. Het hof erkende dat de Beleidsregel Adverteren op 11 juli 2012 was vervangen door de Beleidsregel Provisie, die gunstiger was voor de notaris. Het hof concludeerde dat de notaris niet in strijd had gehandeld met de nieuwe beleidsregel, aangezien er geen bewijs was dat het artikel onder ongunstige voorwaarden was geplaatst. De klacht werd ongegrond verklaard en de eerdere beslissing van de kamer van toezicht werd vernietigd.
De uitspraak benadrukt het belang van eigen belang in tuchtrechtelijke procedures en de toepassing van de meest gunstige regelgeving voor de beklaagde. Het hof heeft de klacht van de klagers afgewezen en de notaris in het gelijk gesteld.