GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
Beslissing van 17 januari 2012 in de zaak van:
[naam],
wonende te [gemeente],
APPELLANT,
[naam],
notaris te [gemeente],
GEÏNTIMEERDE,
gemachtigde:
mr. E.A.J. Nederlof-Wouters van den Oudenweijer,
advocaat te Amsterdam.
1.
Het geding in hoger beroep
1.1. Van de zijde van appellant, verder klager, is bij een op 15 maart 2011 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift – met bijlagen – tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Roermond, verder de kamer, van 17 februari 2011, waarbij de kamer de klacht van klager tegen geïntimeerde, verder de notaris, ongegrond heeft verklaard.
1.2. Van de zijde van de notaris is op 26 april 2011 een verweerschrift ter griffie van het hof ingekomen.
1.3. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 29 september 2011. Klager en de notaris, vergezeld van zijn gemachtigde, zijn verschenen. Allen hebben het woord gevoerd, klager en de gemachtigde van de notaris aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnotitie. In de pleitnotitie van de gemachtigde van de notaris wordt verwezen naar een aan die pleitnotitie gehechte
e-mail van klager aan de notaris van 3 september 2007. Nu van de zijde van klager geen bezwaar is gemaakt tegen het in geding brengen van deze e-mail, wordt deze productie bij de stukken van het geding gevoegd.
2.
De stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.
3.
De feiten
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen deze vaststelling van feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, met dien verstande dat klager stelt dat de hypotheekakte (waarop in het hiernavolgende wordt teruggekomen) niet op vrijdag 31 augustus 2007 maar eerst op maandag 3 september 2007 is aangepast. Partijen hebben de juistheid van de overige feiten niet betwist, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.
4.
De standpunten van partijen
De standpunten van partijen blijken uit het navolgende.
5.
De beoordeling
5.1. Het geschil tussen partijen heeft betrekking op de afspraken die tussen klager en de notaris zijn gemaakt met betrekking tot de inhoud van de hypotheekakte, die op vrijdag 31 augustus 2007 ten overstaan van de notaris is verleden tezamen met de leveringsakte, waarbij klager en zijn toenmalige echtgenote mevrouw [naam], de eigendom kregen van het appartementsrecht [adres] te [gemeente].
5.2. Volgens klager is op 31 augustus 2007 tussen hem en de notaris afgesproken dat [naam] niet alleen als hypotheekgeefster maar ook als mede schuldenaar voor de hypothecaire geldlening in de akte wordt vermeld en heeft zij op 31 augustus 2007 haar handtekening gezet op het laatste blad van een akte die op maandag 3 september 2007 nog zou worden aangepast nadat de notaris contact zou hebben gehad met de bank die de hypothecaire lening verstrekte. Klager heeft in hoger beroep uitdrukkelijk aangeboden te bewijzen dat de door hem gestelde afspraken op 31 augustus 2007 zijn gemaakt.
5.3. De notaris voert aan dat klager het appartementsrecht aanvankelijk alleen zou kopen en dat pas ten tijde van het passeren van de akten bleek dat [naam] mede-eigenaar zou worden. Omdat [naam] mede-eigenaar werd, moest zij ook mede hypotheekgever worden. Beide akten zijn aangepast en in gewijzigde vorm getekend op 31 augustus 2007. Omdat in de hypotheekopdracht van de bank (SNS) uitsluitend klager als (enig) hypothecair schuldenaar was vermeld, kon de notaris [naam] niet als mede schuldenaar in de akte opnemen. De notaris heeft dat ook aan klager uitgelegd. Wel is afgesproken dat geprobeerd zou worden het bedrag van de hypothecaire inschrijving te verhogen.
5.4. De notaris heeft bij de mondelinge behandeling in hoger beroep een e-mail van klager aan hem van 3 september 2007 in het geding gebracht waarvan de inhoud voor zover van belang als volgt luidt:
“ 1. Vrijdag 31-8-2007 lukte het niet meer SNS Servive centre Hypotheken te Utrecht te bereiken op tel 030-291 49 94. Ik heb u en SNS gevraagd 100.000 hoger op de akte te zetten. Gaarne alsnog een verzoek aan SNS en een de bestaande hyp akte als te verhogen tot 295.000.
2. Voor onze administratie een schuldbekentenis opstellen dat de hypotheekschuld door beide echtelieden voor ieder 50% aan elkaar schuldig zijn rekening houden met de huidige schuld van 130.000/195.000 en toekomstige schulden tot 295.000 maximaal.”
5.5. Uit de hiervoor geciteerde e-mail, waarvan klager heeft erkend dat hij deze op 3 september 2007 aan de notaris heeft geschreven, valt naar ’s hofs oordeel af te leiden dat tussen klager en de notaris op 31 augustus 2007 niet is afgesproken dat [naam] mede schuldenaar van de hypothecaire geldlening zou worden. Zonder nadere toelichting van de zijde van klager, welke toelichting achterwege is gebleven, valt immers niet in te zien waarom na een dergelijke afspraak nog de door klager in zijn e-mail genoemde schuldbekentenis nodig zou zijn geweest. Nu de desbetreffende e-mail van klager zelf afkomstig is en hij heeft nagelaten toe te lichten hoe zijn oorspronkelijke lezing van de feiten in het licht van deze e-mail in stand kan blijven zal zijn bewijsaanbod als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
5.6. Met betrekking tot de inhoudelijke beoordeling heeft het onderzoek in hoger beroep voor het overige niet geleid tot de vaststelling van andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de kamer, waarmee het hof zich verenigt.
5.7. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als thans niet ter zake dienend buiten beschouwing blijven.
5.8. Het hiervoor overwogene leidt mitsdien tot de volgende beslissing.
6.
De beslissing
- wijst het verzoek tot het gelasten van een getuigenverhoor af;
- bekrachtigt de bestreden beslissing.
Deze beslissing is gegeven door mrs. L. Verheij, A.M.A. Verscheure en
A.A. van Berge en in het openbaar uitgesproken op dinsdag 17 januari 2012 door de rolraadsheer.
Kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Roermond
Nummer: KL 2/2010
Beslissing
van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Roermond
in de zaak van:
de heer [naam],
[adres]
,
hierna te noemen de klager;
notaris [naam],
correspondentieadres [adres],
hierna te noemen de notaris