ECLI:NL:GHAMS:2012:BV7142

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.076.664-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake investeringen uit participatie-overeenkomst met ontbonden vennootschap

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank te Haarlem. De rechtbank had op 18 augustus 2010 geoordeeld dat de vordering van [appellant] om € 49.840,- te ontvangen van [geïntimeerde] niet toewijsbaar was. [appellant] baseerde zijn vordering op de stelling dat hij investeringen had gedaan op basis van overeenkomsten met I Shops & Games Development Ltd, waarvan de rechtspersoon inmiddels was ontbonden. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomsten rechtsgeldig waren en dat de betalingen door [appellant] niet onverschuldigd waren gedaan.

In hoger beroep heeft [appellant] zijn vorderingen herhaald en gesteld dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld door als bestuurder van een andere rechtspersoon de activiteiten van I Shops & Games voort te zetten, waarbij hij gebruik maakte van activa die met het geld van [appellant] waren aangeschaft. Het hof heeft echter geoordeeld dat [appellant] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de overeenkomsten met I Shops & Games Development Ltd rechtsgeldig waren.

Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en verwijst [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 649,- voor verschotten en € 4.893,- voor salaris van de advocaat. Dit arrest is uitgesproken op 31 januari 2012.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
TWEEDE (VOORHEEN VIJFDE) MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
[APPELLANT],
wonend te [woonplaats],
APPELLANT,
advocaat: mr. P.P. Otte te Castricum,
t e g e n
[GEÏNTIMEERDE],
wonend te [woonplaats],
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. K. Roderburg te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
Bij dagvaarding van 29 september 2010 is appellant (hierna: [appellant]) in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank te Haarlem, onder zaak-/rolnummer 164491 / HA ZA 09-1767 tussen partijen – [appellant] als eiser en geïntimeerde (hierna: [geïntimeerde]) als gedaagde - gewezen en uitgesproken op 18 augustus 2010.
[appellant] heeft bij memorie van grieven gediend en, onder aanbieding van bewijs en overlegging van producties, geconcludeerd dat zijn vorderingen alsnog, na vernietiging van het vonnis waarvan beroep, zullen worden toegewezen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties, een en ander uitvoerbaar bij voorraad.
[geïntimeerde] heeft daar bij memorie op geantwoord en, onder aanbieding van bewijs, geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis waarvan beroep, met – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van [appellant] in de kosten van het hoger beroep.
Partijen hebben de zaak op 21 november 2011 door hun bovengenoemde advocaten doen bepleiten, beiden aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities.
Vervolgens is arrest gevraagd. Het hof zal oordelen op basis van de in beide instanties overgelegde stukken.
2. De feiten
2.1 Er is geen grief gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat de in het bestreden vonnis onder 2.1 en 2.2 genoemde feiten als tussen partijen vaststaand kunnen worden beschouwd. Het hof zal daarom ook van die feiten uitgaan.
2.2 Het gaat, mede gelet op hetgeen overigens uit de gedingstukken blijkt en niet of onvoldoende is weersproken, in deze zaak om het volgende.
(i) Op 17 maart 2008 is een overeenkomst gesloten, aangeduid als “Contract tussen I Shops & Games Development LTD en E.L.A. [appellant]”. Op 22 maart 2008 is een overeenkomst gesloten, aangeduid als “aandelenparticipatie overeenkomst tussen de heer [appellant] (…) en I Shopsand Games Development LTD”. Beide overeenkomsten zijn ondertekend door [appellant] en door [geïntimeerde] namens I Shops & Games Development LTD.
(ii) [appellant] heeft op 18 en 25 maart 2008 telkens € 20.000,- overgemaakt naar een bankrekening met nummer 58.16.80.618. Op 11 december 2008 heeft [appellant] € 3.000,- naar deze rekening overgemaakt. Vanaf dezelfde rekening, ten name van I-Shops & Games Tan-Point, heeft [appellant] tussen april 2008 en februari 2009 bedragen van tussen de honderd en vierhonderd euro ontvangen, in totaal € 2.029,65.
(iii) Op 1 september 2008 is in het handelsregister geregistreerd dat de nevenvestiging I-Shops & Games Technical Support Ltd, met handelsnaam I-Shops & Games TAN-point, per dezelfde datum is opgeheven.
(iv) Bij het Companies House te Londen is geregistreerd dat de rechtspersonen I-Shops & Games Technical Support Ltd en I-Shops & Games Development Ltd zijn “dissolved”, eerstgenoemde per 28 april 2009 en laatstgenoemde per 31 maart 2009.
3. Beoordeling
3.1 [appellant] vorderde in eerste aanleg dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld hem € 49.840,- te betalen, vermeerderd met rente en kosten. Die vordering baseerde [appellant] op de stellingen dat hij de onder 2.2 (i) genoemde overeenkomsten in feite niet met de daarin genoemde vennootschap (hierna: I-Shops & Games Ltd) heeft gesloten, maar rechtstreeks met [geïntimeerde], subsidiair dat hij de betalingen aan I-Shops & Games, althans naar de onder 2.2 (ii) genoemde bankrekening, onverschuldigd heeft gedaan, en meer subsidiair dat [geïntimeerde] jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld.
3.2 De rechtbank heeft overwogen – samengevat - dat I-Shops & Games ten tijde van het tot stand komen van de hiervoor, onder 2.2 (i), genoemde overeenkomsten een bestaande rechtspersoon was en [appellant] zijn stelling dat [geïntimeerde] de indruk heeft gewekt persoonlijk als wederpartij bij die overeenkomsten op te treden, onvoldoende heeft onderbouwd. Voorts heeft de rechtbank overwogen dat de betalingen van [appellant] naar de bankrekening ten name van I-Shops & Games krachtens die overeenkomsten, en derhalve niet onverschuldigd, zijn gedaan, terwijl uit een en ander voortvloeit dat ook het verwijt van onrechtmatig handelen ongegrond is.
3.3 [appellant] beperkt zijn stellingen in hoger beroep tot een aan [geïntimeerde] toe te rekenen onrechtmatige daad, volgens [appellant] hierin gelegen dat [geïntimeerde] als directeur/eigenaar van I-Shops & Games Ltd [appellant] ertoe heeft gebracht € 43.000,- te investeren in een bepaalde bedrijvigheid, te weten het in winkels plaatsen van zogenaamde internet-gokzuilen, en na de ontmanteling van I-Shops & Games deze bedrijvigheid als bestuurder van een andere rechtspersoon voortzet, waarbij gebruik wordt gemaakt van spullen die met het door [appellant] overgemaakte geld zijn aangeschaft.
3.4 Ook klaagt [appellant] er over dat hij in eerste aanleg niet in staat is gesteld bewijs te leveren met betrekking tot de tenaamstelling van de bankrekening met nummer 58 16 80 618, doch tevergeefs. Nadat [geïntimeerde] bij conclusie van antwoord dagafschriften had geproduceerd waaruit blijkt dat die rekening ten name van I-Shops & Games Tan-Point was gesteld, heeft [appellant] geen concrete feiten en omstandigheden gesteld waaruit zou kunnen worden afgeleid dat die bankrekening (in werkelijkheid) niet ter beschikking van I-Shops & Games Ltd heeft gestaan maar van [geïntimeerde]. Zulke feiten of omstandigheden heeft [appellant] ook in hoger beroep niet aangevoerd.
3.5 Verder bestrijdt [appellant] niet dat I-Shops & Games Ltd is opgeheven per 31 maart 2009, een datum gelegen na de tijdstippen waarop de onder 2.2 (i) genoemde overeenkomsten zijn gesloten. Ook overigens is geen grief gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat I-Shops & Games Ltd bij het tot stand komen van die overeenkomsten een bestaande rechtspersoon was.
3.6 Evenmin noemt [appellant] concrete aanknopingspunten voor zijn stelling dat [geïntimeerde] door het ontplooien van gelijksoortige bedrijvigheid binnen een andere rechtspersoon waarvan [geïntimeerde] bestuurder is, jegens [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld. [appellant] heeft zijn stelling dat [geïntimeerde] tot het ondernemingsvermogen van I-Shops & Games Ltd behorende activa aan die vennootschap heeft onttrokken en dat I-Shops & Games Ltd als gevolg daarvan haar verplichtingen jegens [appellant] niet heeft kunnen nakomen, mede gelet op de betwisting van die stelling door [geïntimeerde], onvoldoende toegelicht.
3.7 Het in hoger beroep gedane bewijsaanbod moet derhalve, als onvoldoende betrokken op feiten die tot een toewijzende beslissing in deze zaak kunnen leiden, worden gepasseerd, en de grief faalt.
4. Slotsom en kosten
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het bestreden vonnis moet worden bekrachtigd.
[appellant] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het hoger beroep.
5. Beslissing
Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
verwijst [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep en begroot die kosten, voor zover tot heden aan de kant van [geïntimeerde] gevallen, op € 649,- voor verschotten en € 4.893,- voor salaris van de advocaat;
verklaart dit arrest ten aanzien van deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.P. van Achterberg, J. Wortel en J.W. Hoekzema en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2012.