ECLI:NL:GHAMS:2012:BW2935
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- M. Bronkhorst
- A. van Asperen de Boer-Delescen
- J. Bulsing
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in hoger beroep tegen schorsing voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 april 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van het openbaar ministerie (OM) tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam van 26 maart 2012. De rechtbank had toen het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte toegewezen. Het hof heeft zich in deze beschikking gericht op de ontvankelijkheid van het OM in het hoger beroep. Volgens artikel 406 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering is hoger beroep tegen een beslissing tot schorsing van de voorlopige hechtenis slechts mogelijk gelijktijdig met het hoger beroep tegen de einduitspraak. Het hof heeft vastgesteld dat de beslissing tot schorsing van de voorlopige hechtenis niet onder de uitzonderingen valt die in lid 2 van dat artikel zijn genoemd. Hierdoor is er geen mogelijkheid voor het OM om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing. Het hof heeft dan ook geoordeeld dat het OM niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep. De beschikking is gegeven in raadkamer, waarbij de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadslieden, aanwezig waren. De uitspraak benadrukt de strikte regels omtrent de ontvankelijkheid van het OM in hoger beroep, vooral in zaken die betrekking hebben op voorlopige hechtenis.