Uitspraak
mr. J.C. Meijrooste 's-Gravenhage,
mr. R.A. Feitsmate Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
MANTEL LEASE-OVEREENKOMST
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de bestuurder van een vennootschap, [geïntimeerde] Vastgoed Ontwikkeling Nederland B.V., in het kader van een leaseovereenkomst met Jedi Lease B.V. Jedi heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin haar vorderingen tegen [geïntimeerde] zijn afgewezen. De rechtbank oordeelde dat Jedi niet had aangetoond dat [geïntimeerde] bij het aangaan van de leaseovereenkomst op 10 oktober 2005 wist of redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat [geïntimeerde] Vastgoed niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. Jedi stelde dat [geïntimeerde] als bestuurder een ernstig verwijt kon worden gemaakt, omdat hij de leaseovereenkomst had laten sluiten terwijl de vennootschap in financiële problemen verkeerde.
Het hof heeft de feiten vastgesteld en geconcludeerd dat [geïntimeerde] bij het aangaan van de leaseovereenkomst op de hoogte was van de slechte financiële situatie van [geïntimeerde] Vastgoed. Het hof oordeelde dat [geïntimeerde] redelijkerwijs moest begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en dat hij derhalve aansprakelijk was voor de door Jedi geleden schade. Het hof verwierp de argumenten van [geïntimeerde] dat hij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de financiële situatie van de vennootschap, omdat deze gedurende een periode van 34 maanden aan haar verplichtingen had voldaan. Het hof concludeerde dat de aansprakelijkheid van de bestuurder niet alleen afhankelijk is van de feitelijke nakoming van verplichtingen, maar ook van de kennis van de bestuurder over de financiële situatie van de vennootschap op het moment van het aangaan van de overeenkomst.
De zaak is terugverwezen naar de rol voor het nemen van een akte door Jedi om de hoogte van de schade te onderbouwen, waarbij het hof de mogelijkheid biedt voor [geïntimeerde] om hierop te reageren. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden.