Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. H.A. van der Kleijte Zwolle,
mr. I.M.C.A. Reinders Folmerte Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven,
- memorie van antwoord, met productie,
- akte van[appellant];
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Wermers tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin Dexia Nederland B.V. werd veroordeeld tot terugbetaling van bedragen die Wermers had betaald in het kader van effectenleaseovereenkomsten. Wermers had in totaal zeven leaseovereenkomsten met Dexia, waarvan de meeste eindigden met restschulden. De kantonrechter oordeelde dat Dexia haar zorgplichten had geschonden en dat er een causaal verband was tussen de onrechtmatige daad van Dexia en de schade die Wermers had geleden. Wermers stelde dat zijn echtgenote niet had ingestemd met de overeenkomsten en deze had vernietigd op basis van de artikelen 1:88 en 1:89 BW. Dexia voerde echter aan dat het beroep op vernietiging was verjaard, omdat de vernietigingsverklaringen te laat waren ingediend. Het hof oordeelde dat de vernietigingsverklaringen van de echtgenote van Wermers niet effectief waren, omdat zij niet tijdig waren ingediend. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Wermers in de kosten van het hoger beroep.