Uitspraak
_______________________________________________________________________ _ _
1.Het geding in hoger beroep
2.De stukken van het geding
3.De wijzigingen in de Wet op het notarisambt per 1 januari 2013
4.De feiten
5.Het standpunt van het BFT
7.De beoordeling
8.De beslissing
Het verloop van de procedure.
De inhoud van de klacht.
Het standpunt van de notaris.
4. Beoordeling van de klacht.
verbodenis, rechtstreeks of middellijk, handelingen te verrichten waarvan hij redelijkerwijs moet verwachten dat zij ertoe kunnen leiden, dat hij te eniger tijd niet zal kunnen voldoen aan zijn financiële verplichtingen. Deze verplichting en de in artikel 1 van de Verordening beroeps- en gedragsregels neergelegde eer en aanzien van het ambt, leiden ertoe dat de notaris verplicht is cliëntengelden te allen tijde ten volle in geldmiddelen beschikbaar te hebben. De notaris dient er onmiddellijk en zonder enige beperkingen over te kunnen beschikken.