Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. R.J. Stoopte Alphen aan den Rijn,
mr. B.A.M. Dubois-van Kleefte Haarlem.
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De beoordeling
tot de overtuiging (te zijn
) gekomen dat mevrouw (..) een gegronde reden tot klagen had” en heeft de klacht “
daarom gegrond verklaard”.
grieven 1 tot en met 7lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Zij vallen het (voorlopige) oordeel van de kantonrechter aan dat een dringende reden voor het [geïntimeerde] gegeven ontslag op staande voet ontbreekt en [geïntimeerde] derhalve ten onrechte op staande voet is ontslagen. Het hof overweegt met betrekking tot die grieven als volgt.
hier de eventuele consequenties aan (zal) verbinden”, maar dit is niet een uitdrukkelijk beding als hiervoor bedoeld. Overigens heeft de raadsman van [geïntimeerde] bovendien in een reactie op die brief nog de kanttekening geplaatst dat [geïntimeerde] zich niet zonder meer gebonden had aan meerbedoelde uitkomst.
grief 8(die ziet op de in eerste aanleg jegens Detailresult uitgesproken proceskostenveroor-deling).