Uitspraak
mr. A.R. Kolthofte Amsterdam,
mr. M.G. van der Vliet-Blokzielte Almere.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
[adres](…) een einde te maken.
[adres](…) zal worden beoordeeld.”
,voor welke woonruimte Eigen Haard een huurovereenkomst is aangegaan met HVO-Querido, die voor [appellante] als zorgverlener optreedt en waarmee [appellante] een zorgleveringsovereenkomst heeft gesloten. HVO-Querido heeft de zorgleveringsovereenkomst met [appellante] in verband met overlast niet verlengd en deze is op 16 december 2012 van rechtswege geëindigd. Op grond van een ontruimingsvonnis van 29 januari 2013 heeft [appellante] de woonruimte aan de [adres] inmiddels ontruimd. Tegen dat vonnis heeft [appellante] geen hoger beroep ingesteld.
grieven 2 tot en met 4komt [appellante] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat langdurig sprake is geweest van ernstige, (mede) aan [appellante] toe te rekenen overlast, dat [appellante] met twee andere gezinnen voor ernstige en structurele overlast in de […] heeft gezorgd, waardoor meer dan eens de politie ingeschakeld moest worden, dat is gebleken dat verschillende instanties hebben getracht deze overlast als gevolg van (ondermeer) het gedrag van [appellante] tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, hetgeen niet is gelukt, en dat aan dit oordeel niet afdoet dat [appellante] gedeeltelijk, of ook, slachtoffer is geweest en diverse buurtbewoners van de […] een positieve verklaring over haar hebben afgelegd. Met
grief 5richt [appellante] zich tegen de overweging van de kantonrechter dat de vordering van Eigen Haard tot ontbinding ook dient te worden toegewezen omdat [appellante] erkent niet naar de [adres] te kunnen terugkeren en Eigen Haard belang heeft bij ontbinding van de huurovereenkomst, welk belang erin bestaat dat zij verplicht is andere huurders in de […] een rustig woongenot te verschaffen. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
–eveneens
–een burenruzie, hetgeen ertoe heeft geleid dat zij de woonruimte aan de [adres] aangeboden heeft gekregen onder strikte, in de huurovereenkomst op te nemen voorwaarden. Volgens deze onder 3.1.3 vermelde afspraken heeft [appellante] zich ertoe verplicht “om al het nodige c.q. na te laten om een nieuwe overlastsituatie ter zake van de woning te voorkomen” (waarbij het haar is verboden provocerend gedrag te vertonen, bedreigingen te uiten en haar woonomgeving te vervuilen) en erin toegestemd dat in geval van nieuwe overlast deze in directe relatie met eerdergenoemde overlast aan de [adres] zal worden beoordeeld.
grief 1, waarbij [appellante] betoogt dat de vraag of de ontbinding moet worden toegewezen uitsluitend en geheel afhangt van de vraag of zij voor ernstige overlast heeft gezorgd (en de huurachterstanden en onderhuur voor Eigen Haard geen reden voor ontbinding van de huurovereenkomst opleverden) geen bespreking meer.
grieven 6 en 7die zich richten tegen de afwijzing door de kantonrechter van de reconventionele vordering van [appellante] tot schadevergoeding wegens gedwongen ontruiming, nu ook naar ’s hofs oordeel [appellante] voor deze ontruiming en de gevolgen daarvan zelf verantwoordelijk is.
4.Beslissing
s2013.