ECLI:NL:GHAMS:2013:2591
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.A. Joustra
- C.G. Kleene-Eijk
- L.H.M. Zonnenberg
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid in hoger beroep bij termijnoverschrijding betaling griffierecht
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van de man in hoger beroep, nadat hij het verschuldigde griffierecht niet tijdig heeft betaald. De man heeft op 22 januari 2013 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Haarlem van 4 december 2012. De betaling van het griffierecht had uiterlijk op 19 februari 2013 moeten plaatsvinden, maar dit is niet gebeurd. De advocaat van de man heeft aangevoerd dat de termijnoverschrijding te wijten was aan een reorganisatie binnen het advocatenkantoor, waardoor de nieuwe boekhouder de betalingstermijn heeft laten verstrijken. De advocaat heeft verzocht om toepassing van de hardheidsclausule, omdat de man groot belang heeft bij de inhoudelijke behandeling van de zaak.
Het hof overweegt dat de verantwoordelijkheid voor tijdige betaling van griffierechten bij de advocaat ligt. De omstandigheden die door de advocaat zijn aangevoerd, zoals de reorganisatie en het verlies van overzicht door de boekhouder, vallen binnen de risicosfeer van de advocaat. Het hof oordeelt dat deze omstandigheden niet leiden tot een verschoonbare termijnoverschrijding. Bovendien is het enkele belang bij het hoger beroep onvoldoende voor toepassing van de hardheidsclausule. Het hof concludeert dat de man niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep, omdat hij niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten voor tijdige betaling van het griffierecht.
De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2013, waarbij de man niet-ontvankelijk is verklaard in zijn hoger beroep.