3.1Het gaat in deze zaak om het volgende.
i. Tussen partijen is met ingang van 9 januari 2012 een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijd van een jaar tot stand gekomen. [appellante] werd aangesteld in de functie van Director Human Resources op de afdeling Corporate Human Resources. In de op 14 december 2011 getekende arbeidsovereenkomst is in artikel 1a (duur) onder meer het volgende bepaald:
“
Bij functioneren naar wederzijdse tevredenheid is het de intentie van de onderneming om deze arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd per 9 januari 2013 om te zetten in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.”
ii. In de door [appellante] voor akkoord getekende aanbiedingsbrief bij deze overeenkomst van 12 december 2011 is vermeld:
“Bij functioneren naar wederzijdse tevredenheid is het de intentie van de vennootschap om de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd om te zetten in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hiertoe zal een half jaar na indiensttreding een performance evaluatie met u plaatsvinden.
iii. Zowel de aanbiedingsbrief als de arbeidsovereenkomst zijn namens [geïntimeerde] ondertekend door [medewerker 1].
iv. Tijdens een op 23 december 2011 gehouden kerstborrel, waarvoor [appellante] was uitgenodigd, heeft [medewerker 1] [appellante] een brief overhandigd waarvan de inhoud als volgt luidt:
“
Naar aanleiding van onze gesprekken aangaande jouw indiensttreding bij [geïntimeerde] leg ik hierbij de aanvullende afspraak vast.
Wij spraken af om na 6 maanden te evalueren of het dienstverband voor bepaalde tijd kan en zal worden omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd.
Ingeval van omzetting naar een dienstverband voor onbepaalde tijd zal tevens jouw basis jaarsalaris worden verhoogd met 5000 Euro.”
v. Op 9 juli 2012 heeft een evaluatiegesprek plaatsgevonden tussen [medewerker 1] en [appellante].
vi. Op 12 juli 2012 heeft [medewerker 1] aan [appellante] per e-mail onder meer geschreven:
“(…) Ik wilde je zsm terugkoppeling geven van mijn gesprek met[R] en [P], nu even per mail, hopelijk ook zsm onder vier ogen. Ik denk overigens dat het ook goed is om het aan papier (mail) toe te vertrouwen.
Besloten is op dit moment jouw contract voor bepaalde tijd niet om te zetten in een dienstverband voor onbepaalde tijd. De voornaamste reden ligt, dat weet je, in de tegenvallende resultaten van [geïntimeerde] en de binnenkort te starten activiteiten om onze totale overhead te reduceren. (…)”.
vii. In een e-mail van 16 juli 2012 van [appellante] aan [medewerker 1] heeft zij onder meer het volgende geschreven:
“(…) Ik word ondanks deze afspraken en uitspraken nu toch op de hoop geveegd van de mensen met een tijdelijk contract en heb klaarblijkelijk dezelfde status als deze mensen, die deze afspraken niet op papier hebben. Vrijdag gaf je daarnaast nog aan in ons gesprek, dat bij een reorganisatie, ondernomen door welke beslisser dan ook, de eerste lijst van slachtoffers, de lijst zou zijn van de personen met de tijdelijke contracten, en dat ik daar dan op zal staan.
Dit is dan wel wrang, gezien het bovenstaande.
Overigens is de bij de afspraak behorende salarisverhoging na 6 maanden ook nog eens extra ondertekend door de board in april, toen wel al wisten dat er een hire freeze zou ingaan. (…)”
viii. Eind juli is aan [appellante] met terugwerkende kracht vanaf 9 juli 2012 een salarisverhoging toegekend van € 5.000,-- op jaarbasis.
ix. Bij brief van 26 november 2012 heeft [geïntimeerde] [appellante] bevestigd dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op 8 januari 2013 zou eindigen.