Uitspraak
mr. S. Kökbugurte Almere,
mr. I.M.C.A. Reinders Folmerte Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om medische aansprakelijkheid na een operatie die op 21 juli 2006 werd uitgevoerd in het Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam. De appellante, die op verdenking van schildklierkanker werd geopereerd, heeft na de operatie schade geleden door een onherstelbare beschadiging van de rechter stembandzenuw. De appellante heeft het AMC aansprakelijk gesteld voor de schade die zij heeft geleden en nog zal lijden. In eerste aanleg heeft de rechtbank Amsterdam de vordering van de appellante afgewezen, waarna zij in hoger beroep is gegaan.
De kern van het geschil betreft de vraag of de beschadiging van de rechter stembandzenuw is veroorzaakt door een medische fout tijdens de operatie. De rechtbank had vastgesteld dat de operatie werd uitgevoerd door een chirurg met onvoldoende ervaring, maar oordeelde dat de complicatie niet te wijten was aan deze onervarenheid. De deskundige, prof. dr. J.F. Hamming, heeft in zijn rapportage aangegeven dat het operatieverslag niet met zekerheid kan aantonen dat er geen dissectie van de rechter stembandzenuw heeft plaatsgevonden. Het hof concludeert dat de deskundige op basis van het operatieverslag en zijn kennis van de chirurgie tot de conclusie is gekomen dat de operatie volgens de standaardprocedure is uitgevoerd, maar dat er per ongeluk letsel is ontstaan.
Het hof heeft de grieven van de appellante verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De appellante is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding in principaal hoger beroep. Het hof heeft geoordeeld dat de kansvergroting van complicaties door onervarenheid van de chirurg te gering is om tot aansprakelijkheid te leiden. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in medische aansprakelijkheidszaken en de rol van deskundigen in het vaststellen van de feiten.