ECLI:NL:GHAMS:2013:2883
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.P.M. van Rijn
- J.P. Kruimel
- I.J.F.A. van Vijfeijken
- Rechtspraak.nl
Belanghebbendheid en ontvankelijkheid in schenkingsrechtelijke geschillen met betrekking tot truststructuren
Op 12 september 2013 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de ontvankelijkheid van belanghebbenden in schenkingsrechtelijke geschillen. De zaak betreft de verzoeken van [A] en [B Trust] om vermindering van het in het verleden betaalde schenkingsrecht, dat betrekking heeft op schenkingen aan [X]. De rechtbank had eerder de beroepen van de belanghebbenden niet-ontvankelijk verklaard, omdat de uitspraken op bezwaar op naam van [X] waren gesteld en de belangen van [A] en [B Trust] niet rechtstreeks bij deze besluiten betrokken waren. Het Hof bevestigde deze beslissing en oordeelde dat [A] en [B Trust] niet als belanghebbenden konden worden aangemerkt op basis van artikel 26a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, omdat zij niet in de inkomstenbelasting zijn betrokken ter zake van de in de trust ondergebrachte vermogensbestanddelen. Het Hof concludeerde dat de rechtbank terecht de beroepen niet-ontvankelijk had verklaard en dat de hoger beroepen ongegrond zijn. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werden geen kosten aan een van de partijen opgelegd. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een termijn van zes weken gesteld voor het instellen van beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.