Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- on the twenty-ninth day of May, two thousand the Transferors and [[F] BV] entered into a purchase agreement for shares in the Company’s capital stock held by the Transferors [Hof; de aandeelhouders van [AA]], hereinafter referred to as the “Agreement”;
- (…)
- R.[X] presently holds one hundred ninety-one thousand two hundred (191,200) class A common shares in the Company’s capital stock (…) hereinafter referred to as: the “Shares VII”;
- (…)
- under the Agreement, the transferors are obliged to transfer to [[F] BV] the entire issued share capital being: two million four hundered ninity-one thousand eight hundred thirty-seven (2,491,837 class A common shares in the Company’s capital stock (…) and three million three hundred seventy-five thousand hundred twenty-eight (3,375,128) class B convertible preferred shares in the Company’s capital stock (…) herinafter collectively referred to as the “Shares”;
NLG 8.000.000
3.Geschil in hoger beroep
algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel;
c. of de ruil van aandelen [AA] tegen aandelen [F] US kan worden aangemerkt als aandelenfusie in de zin van artikel 14b, Wet IB 1964, op grond waarvan belanghebbende het vervreemdingsvoordeel in het onderhavige jaar op grond van artikel 20f van de Wet IB 1964 niet in aanmerking behoeft te nemen;
d. of het moment waarop de aandelen [AA] zijn vervreemd is gelegen op 27 april
2000 (standpunt belanghebbende) of op 29 mei 2000 (standpunt de inspecteur);
e. op welk bedrag de verkrijgingsprijs alsmede de vervreemdingprijs van de aandelen [AA] gesteld moet worden, waarbij mede bepaald moet worden wat de invloed van de 'lock-up-clausule' op de waarde van de verkregen aandelen [F] US is.
4.Beoordeling van het geschil in hoger beroep
5.Kosten
6.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten in hoger beroep van belanghebbende tot een bedrag van € 1.888 plus € 624 verletkosten;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 1.000 aan immateriële schadevergoeding;
- bepaalt dat van de inspecteur een griffierecht wordt geheven van € 478;
- heropent het onderzoek ter voorbereiding van een nadere uitspraak over de immateriële schadevergoeding voor zover deze is toe te rekenen aan de rechtbank.