Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. J.P. van Vulpente Haarlem,
mr. R. Dijkemate Hilversum.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
DE HEER R.[appellant]
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van R.B. Schildersbedrijf tegen ABN AMRO Bank N.V. over de kwalificatie van een kredietovereenkomst. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.P. van Vulpen, heeft in hoger beroep het vonnis van de rechtbank Haarlem van 9 mei 2012 aangevochten, waarin de rechtbank de vordering van ABN AMRO Bank tot betaling van een bedrag van € 28.637,53, vermeerderd met rente en kosten, heeft toegewezen. De appellant betwist dat het gaat om een ondernemerskrediet en stelt dat het een consumentenkrediet betreft, waardoor de wettelijke bescherming van consumenten van toepassing zou zijn.
Het hof heeft vastgesteld dat de kredietovereenkomst op 11 november 2002 is gesloten en dat deze specifiek is bedoeld voor de financiering van de bedrijfsactiviteiten van de appellant. De rechtbank heeft in haar vonnis terecht geoordeeld dat de kredietovereenkomst een ondernemerskrediet betreft, omdat de appellant een geregistreerd bedrijf had en de kredietovereenkomst was aangegaan voor zakelijke doeleinden.
De appellant heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die de stelling van de rechtbank zouden kunnen weerleggen. Het hof heeft de grieven van de appellant verworpen en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de kredietovereenkomst niet onder de bescherming van het consumentenrecht valt. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de appellant veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.