ECLI:NL:GHAMS:2013:3915
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en heffingsrente 2008
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 september 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem. De rechtbank had eerder de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2008, opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst, ongegrond verklaard. De inspecteur had aan belanghebbende een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 25.179, en had daarnaast een heffingsrente van € 510 in rekening gebracht. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur handhaafde zijn beslissing. De rechtbank oordeelde dat de door belanghebbende ingediende aangifte niet overeenkwam met de gegevens die de Belastingdienst had ontvangen van de inhoudingsplichtigen. Belanghebbende had in zijn aangifte een lager inkomen opgegeven dan de gegevens van de Belastingdienst aangaven. Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende niet ter zitting is verschenen en dat de uitnodiging voor de zitting niet op de juiste wijze was ontvangen. Het Hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, omdat belanghebbende geen bewijs heeft geleverd dat zijn inkomen onjuist was vastgesteld. Het Hof oordeelde dat de toekomstige nabetaling of terugvordering van loon geen invloed heeft op het belastbare inkomen van het onderhavige jaar. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de door belanghebbende opgevoerde aftrekposten niet aannemelijk waren gemaakt. De slotsom was dat het hoger beroep ongegrond was en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.