Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen na een relevante wijziging in de draagkracht van de man. De man is in hoger beroep gekomen van een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin werd bepaald dat hij een bijdrage van € 183,50 per kind per maand zou betalen tot 1 april 2013, en € 218,50 per kind per maand vanaf die datum. Het hof heeft vastgesteld dat de man zijn financiële situatie heeft gewijzigd, wat invloed heeft op de hoogte van de bijdrage die hij moet betalen. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over de nieuwe richtlijnen voor de berekening van de bijdrage kenbaar te maken, met een deadline van 15 oktober 2013. De vrouw heeft verzocht om de eerdere beschikking te bekrachtigen, terwijl de man verzocht om de bijdrage te verlagen naar € 250,- per kind per maand, met terugwerkende kracht tot 6 juni 2012. Het hof heeft de behoefte van de kinderen vastgesteld en de draagkracht van beide partijen beoordeeld, waarbij het hof rekening heeft gehouden met hun respectieve inkomens en lasten. De uitspraak benadrukt het belang van de draagkracht van de man en de noodzaak om de bijdrage aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden.