Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[appellant sub 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
2. De in artikel 1 bedoelde toestemming wordt gegeven onder de opschortende voorwaarden:
(…)
9. Huurder is er jegens verhuurder voor verantwoordelijk en aansprakelijk dat de onderhuurder het gehuurde gedurende de volledige looptijd van de onderhuurovereenkomst (…) uitsluitend gebruikt in het kader van en conform de franchiseovereenkomst als bedoeld in artikel 2b. Indien de onderhuurder hiermee in strijd handelt, levert zulks een toerekenbare tekortkoming van de huurder jegens de verhuurder op.
10. Huurder is jegens verhuurder verplicht ontruiming van onderhuurder af te dwingen bij het einde van de franchiseovereenkomst als bedoeld in artikel 2 sub b.
3.Beoordeling
grief 2. Bij de beoordeling van die grief geldt als uitgangspunt dat iedere wanprestatie grond is voor ontbinding van een overeenkomst, tenzij de tekortkoming vanwege haar bijzondere aard of geringe betekenis in de gegeven omstandigheden de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Stelplicht en bewijslast van het bestaan van die uitzonderingssituatie rusten op de wanpresterende contractspartij.
grief 3betoogt Phoenix c.s. dat ten onrechte de huur over drie maanden na de ontruiming is toegewezen als schadevergoeding. In de toelichting op de grief heeft Phoenix c.s. aangevoerd dat [geïntimeerde] door de ontbinding en ontruiming geen schade heeft geleden, doordat hij, terstond nadat Phoenix het gehuurde op grond van het bestreden vonnis had ontruimd, een aanvang heeft gemaakt met het leeghalen van het gehuurde ter voorbereiding op het noodzakelijke funderingsherstel, dat vervolgens vrijwel aansluitend heeft plaatsgevonden.