Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. T.S. Jansente Amsterdam,
mr. J. Hagerste Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep in een kort geding tussen Lemeey III B.V. en Roma Beheer B.V. De zaak is gestart met een tussenvonnis van de rechtbank op 27 februari 2013, waarin de rechtbank de vorderingen van Roma tegen Lemeey inhoudelijk heeft beoordeeld. Het hof heeft eerder op 6 november 2012 en 9 april 2013 tussenarresten gewezen. In het eindarrest van 17 september 2013 heeft het hof alle vorderingen van Roma afgewezen, met uitzondering van één vordering die ook werd afgewezen vanwege onvoldoende weerlegging van de stellingen door Roma.
Het hof oordeelde dat de opeisbare vordering van Roma de hoofdsommen van de leningen omvatte, maar dat Lemeey zich kon beroepen op opschorting totdat in de bodemzaak was beslist. Dit leidde tot de afwijzing van de primaire en subsidiaire vorderingen van Roma, omdat het opschortingsrecht van Lemeey in de weg stond aan de toewijzing van de vorderingen tot betaling van een geldsom. De meer meer subsidiaire vordering van Roma, die betrekking had op het aanhouden van een eigen vermogen van minimaal € 5.000.000,-, werd ook afgewezen omdat de betwisting door Lemeey niet afdoende was weerlegd.
Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees alle vorderingen van Roma af, waarbij Roma werd veroordeeld in de kosten van beide procedures. De kosten aan de zijde van Lemeey werden begroot op een totaalbedrag van € 3.621,- aan verschotten en € 2.448,- aan salaris voor de eerste aanleg, en € 4.912,17 aan verschotten en € 18.320,- aan salaris voor het hoger beroep. Het arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.