In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de curator in het faillissement van [X] tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem. De curator is in hoger beroep gekomen van een vonnis van 6 april 2011, waarin de rechtbank de vorderingen van de curator heeft afgewezen. De curator vordert dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en zijn vorderingen zal toewijzen. De zaak betreft de verdeling van een schade-uitkering van € 2.000.000,00 die is bereikt met Rabobank Amsterdam na een brand in het pand dat door [X], [geïntimeerde sub 1] en [Y] werd geëxploiteerd. De curator stelt dat [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] hun aandeel in de schade-uitkering moeten aanwenden voor de betaling van een vordering van Beleggingsmaatschappij Aalingshoven B.V. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen, wat de curator in hoger beroep aanvecht. De partijen hebben hun standpunten ingenomen en bewijs aangeboden. Het hof heeft de zaak aangehouden om te wachten op beslissingen in samenhangende procedures en zal de zaak op 16 juli 2013 opnieuw behandelen. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.