ECLI:NL:GHAMS:2014:1685

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 mei 2014
Publicatiedatum
12 mei 2014
Zaaknummer
200.136.133/01 OK en 200. 136.133/02 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van kennelijke verschrijvingen in eerdere beschikking inzake wanbeleid van vennootschappen

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 9 mei 2014 een beschikking gegeven met betrekking tot de herstel van kennelijke verschrijvingen in een eerdere beschikking van 1 mei 2014. De verzoekers, vertegenwoordigd door mr. J.A. Endtz, hebben geconstateerd dat in het dictum van de beschikking van 1 mei 2014 onjuiste vennootschappen zijn vermeld. In plaats van Tana Netting Netherlands B.V. was er sprake van Tana Thailand Netherlands B.V. en Tana Thailand. De Ondernemingskamer heeft op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering besloten deze kennelijke fouten te herstellen.

De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de fouten aan te merken zijn als kennelijke fouten die zich lenen voor verbetering. De verbeteringen zijn als volgt: in de zaak met zaaknummer 200.136.133/01 is vastgesteld dat er sprake is van wanbeleid van de betrokken vennootschappen in de aangegeven periodes, en in de zaak met zaaknummer 200.136.133/02 is [Belanghebbende 1] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 45.000 aan de betrokken vennootschappen. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de raadsheren en raden aanwezig waren, evenals de griffiers.

Deze beschikking is van belang voor de betrokken partijen, omdat het de juridische status van de eerdere beschikking corrigeert en duidelijkheid biedt over de verantwoordelijkheden van de betrokken vennootschappen en hun bestuurders. De Ondernemingskamer heeft hiermee een belangrijke stap gezet in het waarborgen van de rechtszekerheid en het herstel van de juiste juridische verhoudingen.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers : 200.136.133/01 OK en 200. 136.133/02 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 9 mei 2014
inzake:

1.[Verzoeker 1],

wonende te Amsterdam,
2.
[Verzoeker 2],
wonende te Amsterdam,
VERZOEKERSin de zaak met zaaknummer 200.136.133/01 OK,
BELANGHEBBENDENin de zaak met zaaknummer 200.136.133/02 OK,
advocaat:
mr. J.A. Endtz, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Verweerster 1],
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TANA NETTING NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERSin de zaak met zaaknummer 200.136.133/01 OK,
VERZOEKSTERSin de zaak met zaaknummer 200.136.133/02 OK,
advocaat:
mr. J.A. Endtz, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
[Belanghebbende 1],
wonende te Baarn,
BELANGHEBBENDEin de zaak met zaaknummer 200.136.133/01 OK,
VERWEERDERin de zaak met zaaknummer 200.136.133/02 OK,
advocaat:
mr. Y. Borrius,kantoorhoudende te Amsterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van 28 augustus 2012, 26 augustus 2013 en 1 mei 2014.
1.2 Bij e-mailbericht van 6 mei 2014 heeft mr. Endtz de Ondernemingskamer medegedeeld dat zijns inziens de beschikking van 1 mei 2014 een kennelijke verschrijving bevat.
1.3 Bij faxbericht van 6 mei 2014 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer mrs. Endtz en Borrius bericht dat de Ondernemingskamer heeft geconstateerd dat in het dictum van de beschikking van 1 mei 2014 in beide zaken Tana Thailand Netherlands B.V. en Tana Thailand staat vermeld waar dat Tana Netting Netherlands B.V. had dienen te zijn en dat in het dictum van de zaak met zaaknummer 200.136.133/02 [Verweerster 1] staat vermeld waar dat [Verweerster 1] had moeten zijn en dat de Ondernemingskamer voornemens is om deze kennelijke verschrijvingen te herstellen en dat partijen in de gelegenheid worden gesteld zich hierover uit te laten. Van mrs. Endtz en Borrius is niet – binnen de door de secretaris van de Ondernemingskamer gestelde termijn – vernomen.
2.
De gronden van de beslissing
2.1
De Ondernemingskamer heeft – mede naar aanleiding van voormeld e-mailbericht van mr. Endtz - geconstateerd dat in het dictum van de beschikking van 1 mei 2014 in beide zaken Tana Thailand Netherlands B.V. en Tana Thailand staat vermeld waar dat in beide gevallen Tana Netting Netherlands B.V. had dienen te zijn en dat in het dictum in de zaak met zaaknummer 200.136.133/02 [Verweerster 1] staat vermeld waar dat [Verweerster 1] had moeten zijn.
2.2
Bedoelde misslagen zijn aan te merken als kennelijke fouten in de zin van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering die zich lenen voor verbetering zoals in dat artikel bedoeld. De Ondernemingskamer zal die fouten daarom verbeteren en wel als volgt.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verbetert haar in beide zaken op 1 mei 2014 gegeven beschikking aldus dat het dictum van die beschikking komt te luiden:
In de zaak met zaaknummer 200.136.133/01:
verstaat dat uit het verslag van het onderzoek in deze zaak blijkt van wanbeleid van [Verweerster 1] in de periode vanaf 5 september 2006 tot 25 juli 2012, en van Tana Netting Netherlands B.V. in de periode vanaf 26 juli 2010 tot 25 juli 2012, beide vennootschappen gevestigd te Amsterdam, een en ander als voren omschreven;
stelt vast dat [Belanghebbende 1]hiervoor verantwoordelijk is;
In de zaak met zaaknummer 200.136.133/02:
veroordeelt [Belanghebbende 1]tot betaling van een bedrag van € 45.000, te vermeerderen met de daarover verschuldigde omzetbelasting, aan [Verweerster 1] en Tana Netting Netherlands B.V.;
in beide zaken:
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, mr. E.A.G. van der Ouderaa en mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, raadsheren, en drs. P.R. Baart en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H.J. Zevenhuijzen en mr. M.A. Sterk, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 9 mei 2014.