ECLI:NL:GHAMS:2014:1739
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.L.D. Akkaya
- G.J. Visser
- H.J.M. Boukema
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling en beoordeling van goede trouw van de schuldenaar
In deze zaak gaat het om de toelating van appellanten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Appellanten hebben op 25 februari 2014 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 februari 2014, waarin hun verzoek om toelating tot de schuldsaneringsregeling was afgewezen. Tijdens de zitting op 8 april 2014 hebben appellanten hun standpunten toegelicht, waarbij zij stelden dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat zij niet te goeder trouw waren bij de aankoop van een horecaonderneming en de daaruit voortvloeiende schulden. Appellanten voerden aan dat zij voldoende onderzoek hadden gedaan naar de financiële situatie van de onderneming en dat hun keuzes niet voortkwamen uit ernstige verwijtbaarheid of opzet. Het hof heeft de argumenten van appellanten in overweging genomen en vastgesteld dat de schulden voortvloeiden uit hun ondernemerschap, waarbij zij mogelijk verkeerde keuzes hebben gemaakt, maar zonder dat dit hen ernstig kan worden verweten. Het hof oordeelde dat appellanten voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij te goeder trouw zijn geweest in de vijf jaar voorafgaand aan hun verzoek om schuldsanering. Het hof heeft daarom besloten om appellanten toe te laten tot de schuldsaneringsregeling en het vonnis van de rechtbank te vernietigen. De zaak is terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling.