3.1.In deze zaken gaat het, kort gezegd, om het volgende.
( a) Bij vonnis van 1 augustus 2006 heeft de rechtbank te Moskou de rechtspersoon naar Russisch recht Yukos Oil Corporation (verder: Yukos Oil) in staat van faillissement verklaard, met aanstelling van [X] tot curator.
( b) Bij verzoekschrift van 9 augustus 2007 heeft Yukos Capital de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam verzocht haar verlof te verlenen om ten laste van Yukos Oil beslag te leggen op de door deze gehouden aandelen in het kapitaal van Yukos Finance B.V. te Amsterdam (verder: Yukos Finance). Bij verzoekschrift van 13 augustus 2007 heeft ook Glendale dat gedaan, met dien verstande dat zij tevens verlof vroeg om ten laste van Yukos Oil beslag te leggen op, kort gezegd, vorderingen van Yukos Oil op Yukos Finance, alsmede op aan Yukos Oil toebehorende roerende zaken (niet registergoederen) die onder Yukos Finance mochten berusten. De voorzieningenrechter heeft het gevraagde verlof op 9 augustus 2007 respectievelijk 14 augustus 2007 verleend.
( c) Op 10 augustus 2007 respectievelijk 14 augustus 2007 hebben Yukos Capital en Glendale voormelde beslagen gelegd. Op 17 augustus 2007 hebben zij (ieder afzonder-lijk) deze beslagen aan Yukos Oil doen overbetekenen althans getracht dat te doen.
( d) Op 20 augustus 2007 heeft [X]de door Yukos Oil gehouden aandelen in Yukos Finance verkocht aan Promneftstroy. De tot levering van deze aandelen strekkende nota-riële akte is op 10 september 2007 verleden ten overstaan van een notaris te Amsterdam.
( e) Bij vonnis van 15 november 2007 heeft de rechtbank te Moskou beslist dat het faillissement van Yukos Oil is geëindigd. Dat vonnis is door de curator op 21 november 2007 ingeschreven in het daartoe bestemde Russische register.
( f) Bij door de rechtbank kennelijk als geldig aangemerkte dagvaarding van 24 januari 2008 is Glendale bij de rechtbank Amsterdam een procedure tegen Yukos Oil gestart. Yukos Capital heeft dat bij eveneens gedaan en wel bij door de rechtbank kennelijk als geldig aangemerkte dagvaarding van 30 juni 2008. Glendale vordert van Yukos Oil de betaling van (afgerond) RUR 46,3 miljard. Yukos Capital vordert van Yukos Oil de betaling van (afgerond) $ 355 miljoen en RUR 79,3 miljard. In beide procedures heeft de rechtbank bij tussenvonnis van 9 juni 2010 Promneftstroy als tussenkomende partij toegelaten.
3.2.1.Bij als tussenkomende partij op 1 februari 2012 in de procedure tussen Glendale en Yukos Oil genomen incidentele conclusie heeft Promneftstroy het volgende gevorderd:
“Dat het uw rechtbank moge behagen
IN HET INCIDENT
PRIMAIR,
1.
1. voor recht te verklaren dat de door Glendale ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen van rechtswege zijn vervallen; althans
2.
2. de door Glendale ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen met onmiddellijke ingang per datum vonnis op te heffen, en
3.
3. zich mitsdien onbevoegd te verklaren tot kennisneming van de door Glendale ingestelde vorderingen jegens Yukos Oil.
SUBSIDIAIR, indien en voor zover de niet-ontvankelijkheid in het incident wordt afgedaan,
4.
4. Glendale niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen jegens Yukos Oil, en
5.
5. voor recht te verklaren dat de door Glendale ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen van rechtswege zijn vervallen; althans
6.
6. de door Glendale ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen met onmiddellijke ingang per datum vonnis op te heffen;
althans, indien de niet-ontvankelijkheid in het incident wordt afgewezen,
7.
7. Promneftstroy een nadere termijn te gunnen van 12 weken voor het nemen van een conclusie van eis met daarin een nadere toelichting als aanvulling op haar voorwaardelijke/voorlopige conclusie van eis ter zake van haar stellingen dat de vorderingen van Glendale afgewezen dienen te worden.
(…)”
Na verweer van Glendale heeft de rechtbank bij het bestreden vonnis de incidentele vorderingen afgewezen en de zaak (in de hoofdzaak) naar de rol verwezen voor (nadere) conclusie aan de zijde van Promneftstroy als tussenkomende partij. De rechtbank overwoog daartoe, zeer kort samengevat, dat de omstandigheid dat Yukos Oil naar Russisch recht op 21 november 2007 definitief heeft opgehouden te bestaan niet in de weg staat aan behandeling door de rechtbank van door Glendale tegen Yukos Oil ingestel-de vorderingen, dit op grond van het zogeheten (aanstonds nader te bespreken) territoriali-teitsbeginsel. De rechtbank heeft in dat verband belang gehecht aan een aantal door haar in overweging 4.6 van het bestreden vonnis opgesomde bijzondere omstandigheden.
3.2.2.In de procedure tussen Yukos Capital en Yukos Oil heeft Promneftstroy als tussenkomende partij op 1 februari 2012 een incidentele conclusie genomen met een, afgezien van de naam van de wederpartij, identiek petitum als in de zaak tegen Glendale. Na verweer van Promneftstroy heeft de rechtbank bij het bestreden vonnis op dezelfde wijze en met (mutatis mutandis) dezelfde motivering beslist als in die andere zaak.