ECLI:NL:GHAMS:2014:1937
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.J.M. Boukema
- M.L.D. Akkaya
- M.W.E. Koopmann
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsanering wegens onvoldoende medewerking
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsanering van appellante [X]. De rechtbank Noord-Holland had op 11 februari 2014 de schuldsaneringsregeling van [X] beëindigd, omdat zij zonder toestemming van de bewindvoerder naar het buitenland was vertrokken en daar gedetineerd raakte. Het hof heeft vastgesteld dat [X] niet de vereiste medewerking heeft verleend aan de uitvoering van de schuldsaneringsregeling, zoals voorgeschreven in artikel 350 van de Faillissementswet. Tijdens de zitting op 6 mei 2014 heeft [X] haar situatie toegelicht, waarbij zij aangaf dat zij in staat was om haar schulden te voldoen, ondanks de nieuwe schulden die waren ontstaan. De bewindvoerder, J. van Straaten, heeft echter betoogd dat de schuldsanering van [X] vanaf het begin moeizaam is verlopen en dat zij niet heeft voldaan aan haar informatieplicht. Het hof heeft de argumenten van [X] en de bewindvoerder zorgvuldig afgewogen. Het hof concludeert dat de herhaalde schending van de informatieplicht en het niet vragen om toestemming voor haar verblijf in het buitenland voldoende aanwijzingen geven dat [X] niet de vereiste medewerking aan de schuldsaneringsregeling heeft verleend. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, wat betekent dat de schuldsanering van [X] tussentijds is beëindigd.