3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) [geïntimeerden]. hebben in mei 1997 (de kantonrechter vermeldt per abuis het jaar 2007) met (de rechtsvoorgangster van) SRE een franchiseovereenkomst voor onbepaalde duur gesloten. De door [geïntimeerden]. aan SRE te betalen franchisevergoeding bedraagt – naast een entreegeld van (toen) ƒ 15.000,- exclusief btw - maandelijks 6% van de totale omzet exclusief btw in de desbetreffende maand.
(ii) De considerans van deze overeenkomst vermeldt onder 3 dat het door de franchisegever ontwikkelde systeem voor de exploitatie van een cateringbedrijf/fastfood bezorgservice van spare ribs, kip, kip-saté en een aantal voor- bij- en nagerechten gekenmerkt wordt door de volgende eigenschappen:
“
a. het gebruik van “Spare Rib Express” als handelsnaam;
b. het gebruik van het logo:
“Spare Rib Express”;
c. het gebruik van de know-how met betrekking tot de efficiënte exploitatie van een bezorgservice;
d. samenstelling van het assortiment;
e. het gebruik van de receptuur;
f. het gebruik van de door de franchisegever ontwikkelde folders en reclameboodschappen.”
Artikel 4 (“
Contractuele voorwaarden”)van de overeenkomst luidt, voor zover hier van belang:
“
1. Door de franchisegever zullen aan andere franchisenemers onder soortgelijke omstandigheden in dezelfde contractperiode geen andere gunstiger voorwaarden worden aangeboden, dan die worden genoemd in de onderhavige overeenkomst, onverminderd het recht van de franchisegever om gedurende de duur van de overeenkomst in bedoelde voorwaarden wijziging aan te brengen, indien een daadwerkelijke wijziging in het systeem dit in redelijkheid rechtvaardigt.
2. Indien de franchisegever aan andere franchisenemers onder soortgelijke omstandigheden gunstiger voorwaarden aanbiedt, dan die worden genoemd in de onderhavige overeenkomst, kan de franchisenemer eveneens aanspraak maken op deze voorwaarden.”
Artikel 5 (“
Te verlenen diensten”) luidt, voor zover hier van belang:
“D
e franchisegever zal aan de franchisenemer de volgende diensten verlenen:
(…)
c. het adviseren in aangelegenheden van verkoopbevordering, en het in samenwerking met de franchisenemer en andere franchisenemers voeren van gezamenlijke reclamecampagnes door middel van folders, advertenties etc.
(…)
2. De franchisegever zal zich beijveren het bij deze overeenkomst in franchise gegeven systeem verder te ontwikkelen. De franchisenemer zal hem daartoe de nodige ervaringen met het systeem doorgeven.”
(iii) Sinds 2009 betalen de franchisenemers een landelijke marketingbijdrage aan SRE. De bijdrage bedroeg aanvankelijk € 100,- per maand. Op de jaarvergadering van 10 november 2010 is gediscussieerd over de landelijke marketingbijdrage en is gestemd over een voorstel voor een bijdrage van 1% per maand over de omzet exclusief btw (met een maximum van € 400,- per maand). Alle aanwezige franchisenemers konden zich hiermee verenigen.
(iv) [geïntimeerden]. hebben tot en met december 2011 maandelijks de maandelijkse markeringbijdrage betaald.
( v) Op de jaarvergadering van 14 december 2011 is gesproken over het voorstel van SRE de marketingbijdrage van 1% per maand te verlengen tot eind 2012. [geïntimeerden]. hebben tegen gestemd. De meerderheid van de aanwezige franchisenemers heeft voor dit voorstel gestemd. SRE heeft vervolgens besloten de marketingbijdrage voort te zetten.
(vi) In een e-mailbericht van 4 oktober 2011 had [geïntimeerden] al aan SRE laten weten vanaf 2012 niet meer mee te willen doen aan de marketingbijdrage. Bij brief van 17 januari 2012 heeft de gemachtigde van [geïntimeerden] SRE bericht dat [geïntimeerden]. niet zullen overgaan tot betaling van de bijdrage over 2012.
(vii) Bij factuur van 15 februari 2012 heeft SRE [geïntimeerden]. een bedrag van € 386,- in rekening gebracht voor de maandelijkse bijdrage, berekend over de opgegeven omzet van januari 2012. Dit bedrag heeft SRE door middel van automatische incasso geïncasseerd.