ECLI:NL:GHAMS:2014:270
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van een woning op duingrond
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 februari 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem. De zaak betreft de vaststelling van de WOZ-waarde van de woning van belanghebbende, gelegen aan de [A-straat 1] te [Z]. De heffingsambtenaar van de Gemeente Bergen had de WOZ-waarde voor het jaar 2011 vastgesteld op € 685.000, maar na bezwaar was deze waarde verlaagd naar € 581.000. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank zijn vastgesteld. De heffingsambtenaar diende aannemelijk te maken dat de WOZ-waarde niet te hoog was vastgesteld. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende bewijs had geleverd door middel van verkoopgegevens van vergelijkbare woningen. Belanghebbende betwistte de vastgestelde waarde en voerde aan dat de waarde van zijn woning niet in overeenstemming was met de marktontwikkelingen.
Het Hof concludeerde dat de heffingsambtenaar voldoende rekening had gehouden met de verschillen in onderhoudstoestand en voorzieningen tussen de woningen. De rechtbank had terecht de referentiewoningen beoordeeld en de WOZ-waarde van € 581.000 als niet te hoog aangemerkt. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De kostenveroordeling werd afgewezen, omdat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de kosten.