Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[geïntimeerde sub 1],
[geïntimeerde sub 2],
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
in conventiede vorderingen van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] zal afwijzen en
in reconventie[geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] zal veroordelen om aan [X] ter zake van buitengerechtelijke kosten € 1.000,= dan wel het volgens de Commissie Voorwerk verschuldigde tarief te betalen (met wettelijke rente), en hen zal veroordelen in de kosten van beide instanties, de nakosten daaronder begrepen.
in het principale appel(het hof begrijpt:) het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen en
in het incidentele appelhet vonnis waarvan beroep ten dele zal vernietigen en, opnieuw recht doende, [X] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.420,10 inclusief BTW althans een zodanig bedrag als het hof juist acht (met wettelijke rente), en, voorts, [X] zal veroordelen in de proceskosten van het geding (het hof begrijpt:) in het principale en het incidentele appel.
2.De feiten
3.De beoordeling
in het hotel[curs. hof] zijn meegebracht” als bedoeld in artikel 7:609 lid 1 BW. Voor zover [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] hebben betoogd dat [X] op haar eigen website heeft vermeld dat tot de overige faciliteiten van het hotel onder meer “Gratis prive parkeergelegenheid met een afgesloten gedeelte voor fietsen en motoren” behoorde en [X] daarmee hen het vertrouwen heeft gegeven dat het om een geheel afsluitbare ruimte ging, verwerpt het hof dit betoog eveneens, omdat deze mededeling op zichzelf voor velerlei uitleg vatbaar is en [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] bovendien zelf hebben kunnen althans hebben moeten constateren dat het een deels open – en dus niet geheel afsluitbare – ruimte betrof. Een en ander leidt tot de conclusie dat [X] jegens [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] niet aansprakelijk is op grond van artikel 7:609 lid 1 BW.
grief 1 en grief 2 in het principale appelslagen. Omdat de grieven in incidenteel appel op een daaraan tegengesteld uitgangspunt berusten – te weten dat [X] wel aansprakelijk kan worden gehouden voor het verlies van de fietsen van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] – volgt uit het voorgaande tevens dat
grief 1 en grief 2 in het incidentele appelfalen.
grief 3 in het principale appelfaalt.
4.De beslissing
awijst de vordering van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] af;