In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Beleggingsmaatschappij Aalingshoven B.V. en de Stichting Aalingshoven, samen met een derde appellante en de besloten vennootschap Sunray (Amstelveen) Beleggingen B.V., tegen een geïntimeerde. De zaak betreft vorderingen die Aalingshoven c.s. stellen te hebben op de geïntimeerde, die in gemeenschap van goederen was gehuwd met een failliete echtgenoot. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de scheiding en deling van de huwelijksgemeenschap was vernietigd, waardoor de huwelijksgemeenschap bleef bestaan. Dit leidde tot de conclusie dat Aalingshoven c.s. hun vorderingen tegen de geïntimeerde alleen konden instellen door aanmelding ter verificatie in het faillissement van de echtgenoot.
De appellanten hebben grieven ingediend tegen deze beslissing. Het hof heeft vastgesteld dat de procedure tussen Aalingshoven c.s. en de geïntimeerde moet worden aangehouden totdat er definitieve beslissingen zijn genomen in andere lopende zaken die verband houden met het faillissement van de echtgenoot. De appellanten hebben ook vorderingen ingesteld tegen de geïntimeerde op basis van gesteld mismanagement, maar het hof heeft geoordeeld dat deze vorderingen niet kunnen worden toegewezen, omdat ze in een eerdere bodemprocedure zijn afgewezen.
Het hof heeft de vorderingen van de appellanten tegen de geïntimeerde afgewezen en de kosten van het geding in hoger beroep aan de appellanten opgelegd. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere procedurele stappen, waarbij de verdere beslissingen zijn aangehouden.