ECLI:NL:GHAMS:2014:3057
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J. den Boer
- H.E. Kostense
- J.A. van Horzen
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep in belastingzaken met betrekking tot navorderingsaanslagen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep met de kenmerken 13/00252 en 13/00253. Het hoger beroep is ingesteld door [X], belanghebbende, tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, die op 28 november 2012 het beroep van belanghebbende ongegrond had verklaard. De inspecteur van de Belastingdienst Amsterdam had eerder navorderingsaanslagen opgelegd voor het jaar 2008, die door belanghebbende werden bestreden. Het geschil in hoger beroep betreft de ontvankelijkheid van het hoger beroep en de rechtsgeldigheid van een compromis dat bij de rechtbank zou zijn gesloten.
Het Hof heeft vastgesteld dat het hogerberoepschrift op 22 april 2013 is ingediend, wat na de wettelijke termijn van zes weken was. De termijn om hoger beroep in te stellen begon op 29 november 2012 en eindigde op 9 januari 2013. Het Hof oordeelt dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is, omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door zijn gemoedstoestand niet in staat was om tijdig te reageren. Dit oordeel werd versterkt door het feit dat belanghebbende in een andere procedure voor het jaar 2009 wel tijdig een hogerberoepschrift had ingediend.
De slotsom van het Hof is dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, waardoor de inhoudelijke grieven van belanghebbende niet aan de orde komen. Het Hof heeft geen aanleiding gezien om belanghebbende te veroordelen in de proceskosten, aangezien er geen sprake was van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.