Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. Op 7 januari 2011 is overleden […] (hierna: erflaatster). Zij was ten tijde van haar overlijden weduwe van wijlen […] (hierna: [s]), die in 2004 is overleden.
b. Erflaatster en [s] hadden drie kinderen: [erfgenaam 1], [erfgenaam 2] en (de overleden) [j]. Laatstgenoemde was de echtgenoot van [erfgenaam 9] en de vader van [erfgenaam 7] en [erfgenaam 8]. [erfgenaam 3], [erfgenaam 4], [erfgenaam 5] en [erfgenaam 6] zijn kinderen van [erfgenaam 1].
c. [x] is in 1973 met haar dochter bij erflaatster en [s] gaan wonen. Zij had met [s] – met medeweten van erflaatster – een affectieve relatie.
d. Erflaatster woonde vanaf 2005, nadat zij een beroerte had gekregen, in een verzorgingstehuis.
e. [in] 2007 zijn erflaatster en [x] een geregistreerd partnerschap aangegaan.
f. Erflaatster heeft in de loop der jaren een aantal testamenten doen opmaken. Het voorlaatste testament is door notaris L.B.E.W. van der Putt opgemaakt en door hem gepasseerd op 16 november 2007. Op grond van dit testament zijn [x], [erfgenaam 1], [erfgenaam 2] en [erfgenaam 9] (de laatste door plaatsvervulling in verband met het vooroverlijden van [j]) benoemd tot erfgenaam, ieder voor een gelijk deel.
g. Het laatste testament van erflaatster dateert van 18 november 2010 en is opgemaakt door notaris Th.W. van Grafhorst (hierna: notaris Van Grafhorst). Bij dit testament heeft erflaatster alle eerdere wilsbeschikkingen herroepen. [erfgenaam 1], [erfgenaam 2], [erfgenaam 8] en [erfgenaam 7] zijn tot erfgenamen benoemd en aan [x] is een recht van vruchtgebruik van een bedrag van € 700.000,- gelegateerd. [x] is uitdrukkelijk niet als erfgenaam benoemd.
h. Het slot van de akte luidt:
“De verschenen persoon en de getuigen zijn mij, notaris, bekend.
Ik, notaris, verklaar dat mij is gebleken dat de testatrice beperkt is in haar communicatie. Aan deze akte zal worden gehecht een verklaring van mevrouw M.P.J. Heems, specialist ouderengeneeskunde, die heeft verklaard heeft dat testatrice zeer goed in staat is om uiteindelijk te zeggen wat ze wil en dat zij geen beperkingen heeft in het afwegen van verschillende alternatieven. Bij het opstellen van dit testament heb ik notaris het stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid ten behoeve van de notariële dienstverlening 2006 gevolgd. Ook heb ik daarbij gesproken met medewerkster van het huis waarin zij thans verblijft. Uit deze gegevens en mijn gesprekken met testatrice heb ik geconcludeerd dat er geen belemmeringen zijn deze akte te ondertekenen.
Deze akte is verleden (…) in tegenwoordigheid van mevrouw (…) Bakker (…) en mevrouw (…) Schilder (…), beiden hierbij woonplaats kiezende op mijn kantoor (…) als getuigen.
Nadat ik de inhoud van deze akte met de verschenen persoon in bijzijn van de getuigen heb besproken en heb toegelicht en haar heb gewezen op de gevolgen die uit de inhoud van de akte voortvloeien, heeft de comparante verklaard tijdig van de inhoud en strekking van deze akte te hebben kennisgenomen zodat volledige voorlezing achterwege kan blijven. Daarna is de akte na gedeeltelijke voorlezing door de getuigen en mij ondertekend.”
i. Vervolgens staat daaronder de volgende met de hand geschreven tekst:
“Door het ontbreken van kracht in haar handen heeft de verschenen persoon het testament beperkt ondertekend. Ik notaris verklaar dat zij in het bijzijn van getuigen heeft geprobeerd te tekenen maar dat de verschenen persoon heeft verklaard dat dit door het ontbreken van kracht in haar handen, niet gelukt is.”
j. Niet betwist is dat de advocaat van [x] bij aangetekende brieven van 13 mei, 14 juni en 15 juli 2011 aan de erven [y] en de overige erfgenamen namens [x] het testament van 18 november 2010 heeft vernietigd.