Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een klacht tegen een notaris die door de klager is ingediend. De klager, die zijn klacht tegen de notaris had ingediend, heeft op 24 juni 2014 een beroepschrift ingediend tegen een eerdere beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden. Deze kamer had op 12 juni 2014 de klacht van de klager gegrond verklaard en de notaris een waarschuwing opgelegd. Echter, op 3 juli 2014 heeft de klager meegedeeld dat de zaak naar tevredenheid is opgelost en dat hij de klacht heeft ingetrokken. Dit is bevestigd in een brief van 16 juli 2014, waarin de klager aangeeft geen belang meer te hebben bij een uitspraak over de klacht.
Het hof heeft op basis van deze intrekking geconcludeerd dat er geen belang meer is bij de voortzetting van de behandeling van de klacht. Het algemeen belang vergt volgens het hof niet dat de procedure wordt voortgezet. Daarom heeft het hof de beslissing van de kamer waarvan beroep vernietigd en de klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. De uitspraak is gedaan op 5 augustus 2014 en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer. De beslissing van het hof is daarmee definitief, en de notaris is niet verder gestraft voor de klacht die door de klager is ingetrokken.