ECLI:NL:GHAMS:2014:3160
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.F.G.H. Beckers
- A.N. van Beek
- M. Perfors
- Rechtspraak.nl
Ontslag van testamentair bewindvoerder in hoger beroep met betrekking tot de belangen van een minderjarige
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, stond het ontslag van een testamentair bewindvoerder centraal. De zaak betreft een hoger beroep dat is ingesteld door de appellante, die als bewindvoerder was aangesteld over de nalatenschap van de erflaatster. De appellante, vertegenwoordigd door mr. M.E. van Huet, betwistte het ontslag en voerde aan dat er geen gewichtige redenen waren voor haar ontslag. Het hof verwijst naar eerdere tussenbeschikkingen en constateert dat er een langdurige en verstoorde relatie bestaat tussen de appellante en de rechthebbende, [A]. Het hof oordeelt dat de kantonrechter op goede gronden heeft besloten tot ontslag van de appellante, gezien de onwerkbare situatie en de wensen van [A]. Het hof benadrukt het belang van communicatie tussen de bewindvoerder en de rechthebbende, wat in deze situatie niet meer mogelijk was. Daarnaast oordeelt het hof dat de wens van de erflaatster om de persoonlijke belangen van [A] en de nalatenschap niet in één hand te laten, moet prevaleren. De appellante stelde voor dat een professionele bewindvoerder zou worden benoemd, wat het hof ook overneemt. De heer [x] van Rappórt bewindvoering & inkomensbeheer wordt benoemd tot opvolgend testamentair bewindvoerder. De beslissing van de kantonrechter wordt in zoverre bekrachtigd, maar de benoeming van de pleegouders als opvolgend bewindvoerders wordt vernietigd.