Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
5.Kosten
6.Beslissing
€ 238, en
bij de rechtbank) en € 118 (hoger beroep bij het Hof), in totaal € 159 te vergoeden.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland betreffende de vastgestelde WOZ-waarde van een woning aan de [A-straat 1] te [Z]. De heffingsambtenaar had de waarde van de woning op 1 januari 2010 vastgesteld op € 1.087.000, welke waarde na bezwaar werd verlaagd naar € 1.066.000. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond. Belanghebbende, eigenaar van de woning, stelde dat de waarde te hoog was vastgesteld, onder andere vanwege de aanwezigheid van loze ruimte en de staat van onderhoud van de woning. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar niet in zijn bewijslast was geslaagd, omdat hij onvoldoende rekening had gehouden met de specifieke architectuur van de woning en de loze ruimte die niet toegankelijk was. Het Hof stelde vast dat de heffingsambtenaar de waarde niet aannemelijk had gemaakt en dat de woning aan de [B-straat 1] niet zonder meer als vergelijkingsobject kon dienen vanwege de verschillen in uitstraling. Uiteindelijk verlaagde het Hof de WOZ-waarde tot € 982.000, waarbij het rekening hield met de loze ruimte en achterstallig onderhoud. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van belanghebbende werd gegrond verklaard.