ECLI:NL:GHAMS:2014:3481

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 augustus 2014
Publicatiedatum
25 augustus 2014
Zaaknummer
200.151.076 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar beleid en gang van zaken van Resort Appelscha Beheer B.V. en onmiddellijke voorzieningen

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 22 augustus 2014, wordt een verzoek behandeld van de curatoren van de failliete vennootschap B.V. Diependael. De curatoren hebben verzocht om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap Resort Appelscha Beheer B.V. (RAB) over de periode vanaf 1 januari 2006, alsook om onmiddellijke voorzieningen te treffen. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid van RAB, onder andere door het ontbreken van jaarrekeningen en de onduidelijkheid over de financiële positie van de vennootschap. De curatoren hebben ook gewezen op mogelijke belangenverstrengeling en het niet adequaat reageren op verzoeken om informatie door RAB.

Tijdens de openbare terechtzitting op 31 juli 2014 hebben de partijen hun standpunten toegelicht. De Ondernemingskamer heeft geconcludeerd dat er onvoldoende helderheid is verschaft door RAB over de financiële situatie en dat er aanwijzingen zijn dat de belangen van RAB niet goed zijn gescheiden van die van Bikkel BV, de bestuurder van RAB. De Ondernemingskamer heeft daarom besloten om een onderzoek te bevelen naar het beleid van RAB en heeft Bikkel BV geschorst als bestuurder. Tevens is een derde, W.R. Küh, benoemd als bestuurder van RAB voor de duur van het geding. De kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op maximaal € 20.000, en RAB is veroordeeld in de kosten van het geding.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.151.076/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 22 augustus 2014
inzake

1.mr. Pieter Rudolf DEKKER

2.
mr. Olaf Bernardus Joseph POORTHUIS
in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. Diependael, gevestigd te Breda,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RESORT APPELSCHA BEHEER B.V.,
gevestigd te Doorn,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. J. Stikkelbroeck, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende sub 1],
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BIKKEL BEHEER B.V.,
gevestigd te Doorn,
BELANGHEBBENDEN,
beide verschenen in persoon.

1.Het verloop van het geding

1.1
Verzoekers zullen in het vervolg worden aangeduid als: de Curatoren, en B.V. Diependael als Diependael BV; verweerster zal RAB worden genoemd en belanghebbenden zullen worden aangeduid als, onderscheidenlijk, [belanghebbende sub 1] en Bikkel BV.
1.2
De Curatoren hebben bij op 20 juni 2014 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking:
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van RAB over de periode vanaf 1 januari 2006;
ij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding:
(i) Bikkel BV te schorsen als bestuurder van RAB en een door de Ondernemingskamer aan te wijzen derde als zodanig te benoemen die het mede tot zijn taak mag rekenen de kennelijke financiële noodsituatie van RAB op te lossen en de jaarrekeningen van RAB op orde te brengen en te doen vaststellen;
(ii) één door Bikkel BV en één door Diependael BV gehouden aandeel in het geplaatste kapitaal van RAB ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen derde;
(iii) althans zodanige andere onmiddellijke voorzieningen te treffen als de Ondernemingskamer geraden acht;
alsmede om RAB te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3
Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 31 juli 2014. Bij die gelegenheid hebben de advocaten alsmede de in persoon verschenen partijen de standpunten van alle onderscheiden partijen toegelicht. Alle partijen hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord.

2.De feiten

De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten:
2.1
RAB is op 13 oktober 2004 opgericht en heeft ten doel, kort gezegd, het verkrijgen en beheren van onroerende zaken en met name van de golfbaan te Appelscha. Begin 2005 heeft RAB het “Quality Golf Resort de Hildenberg” te Appelscha (hierna: de golfbaan) in eigendom verkregen.
2.2
Sinds 1 november 2004 zijn de aandeelhouders van RAB: Bikkel BV (45%), Diependael BV (45%) en [belanghebbende sub 1] (10%). Enig aandeelhouder en bestuurder van Bikkel BV is [A] (hierna: [A]); enig aandeelhouder en bestuurder van [belanghebbende sub 1] is [B]; tot maart of april 2009 was [C] (hierna: [C]) enig aandeelhouder en bestuurder van Diependael BV.
2.3
Bikkel BV is sinds de oprichting van RAB haar enige bestuurder.
2.4
Tot de gedingstukken behoort een kopie van een document getiteld “Vaststellings-overeenkomst Resort Appelscha Beheer bv” welke (blijkens dat document) door [A] en [C] is ondertekend op 28 september 2007 (hierna: de vaststellingsovereenkomst). Uit de vaststellingsovereenkomst is af te leiden dat [C] (indirect) de aandelen van een andere vennootschap van [A] zou kopen en de koopsom daarvan aan [A] zou schuldig blijven, dat Diependael BV de koopsom van haar 45%-belang in RAB op dat moment nog niet aan (indirect) [A] had voldaan, dat Diependael BV daarom haar aandelen in RAB om niet zou terugleveren aan (indirect) [A] en dat Diependael BV en [C] hun achtergestelde vorderingen op RAB, ultimo 2006 groot respectievelijk € 108.113 en € 150.000, tot zekerheid aan [A] (zouden) cederen. De teruglevering van de aandelen RAB door Diependael BV aan (indirect) [A] heeft niet plaatsgevonden.
2.5
In het voorjaar van 2009 heeft [C] zijn aandelen in Diependael BV verkocht en geleverd aan (indirect) [D] en [E]. [D] en [E] waren sindsdien ook indirect de enige bestuurders van Diependael BV.
2.6
Het beheer en de exploitatie van de golfbaan waren tot omstreeks 2010 in handen van Quality Golf Resort Appelscha B.V. (hierna: QGR), van welke vennootschap The Quality Golf Company B.V. (hierna: QGC) de enige bestuurder was. Enig bestuurder van de laatstgenoemde vennootschap was Bikkel BV. QGR huurde de golfbaan voor een bedrag van circa € 150.000 per jaar. QGR is op 14 september 2010 failliet gegaan en heeft op 29 juni 2012 opgehouden te bestaan. Zij had een schuld aan RAB van meer dan € 700.000 uit hoofde van, zo blijkt uit de faillissementsverslagen betreffende QGR, achterstallige huurpenningen voor de golfbaan. Vervolgens, vanaf oktober of november 2010, heeft een dochtervennootschap van QGC, Riverdale Products B.V. (hierna: Riverdale) de exploitatierechten ter zake van de golfbaan uit de boedel van QGR gekocht en het beheer en de exploitatie van de golfbaan op zich genomen. Enig bestuurder van Riverdale is QGC.
2.7
Sinds 4 september 2012 is Bakai Holding B.V., wier (indirect) enig aandeelhouder en bestuurder [F] (hierna: [F]) is, gevolmachtigde met volledige volmacht van RAB.
2.8
In de conceptjaarrekening 2011 van RAB van 13 december 2012 is onder meer vermeld (blz. 16/17) dat wordt voorgesteld om de vordering van Bikkel BV op RAB uit hoofde van de achtergestelde lening om te (doen) zetten in aandelenkapitaal/agio, dat dit voorstel onderwerp zal zijn van de komende algemene vergadering van aandeelhouders en dat de voorgestelde omzetting reeds is verwerkt in de conceptjaarrekening. Blijkens die conceptjaarrekening is het geplaatste kapitaal dientengevolge in 2011 met € 1.591.891 gestegen van € 18.000 tot € 1.609.891.
Uit de conceptjaarrekening blijkt voorts dat QGC en QGR hoofdelijk zijn verbonden voor een krediet ad € 100.000 en voor een lening ad € 1.850.000 van RAB bij Rabobank. Vermeld is dat overleg plaatsvindt met Rabobank “over de voorwaarden en condities in het kader van de continuering en mogelijke aanpassingen in het arrangement”.
In de conceptjaarrekening 2011 wordt onder meer een omzet/huuropbrengst verantwoord van € 142.625, een rentelast van € 114.250 en overige bedrijfskosten van bijna € 24.000.
2.9
Tot de gedingstukken behoren de notulen van een algemene vergadering van aandeelhouders van RAB van 25 februari 2013. Vermeld is dat Bikkel BV en [belanghebbende sub 1] ter vergadering aanwezig waren en dat “[a]lle besluiten (…) rechtsgeldig (kunnen) worden genomen, daar aan het vereiste voor bijeenroeping van een aandeelhoudersvergadering (…) is voldaan”. Blijkens de notulen zijn aldaar onder meer de volgende besluiten genomen:
“(…)
C.Toestemming om 10 % van de aandelen in bezit van [belanghebbende sub 1] over te dragen aan Bikkel Beheer b.v. (…)
D.Voorstel tot uitgifte van nieuwe aandelen tegen omzetting van de schuld [Ondernemingskamer: bedoeld is kennelijk: vordering] die Bikkel Beheer b.v. heeft op de vennootschap; De vergadering (…) machtigt de heer [A] om het besluit tot uitvoering te brengen.
E.Uitgifte van nieuwe aandelen aan Tridenti Beheer b.v.
Het voorstel is om in gelijke verhoudingen als het uit de balans blijkende vermogen van € 153.982 nieuwe aandelen uit te geven tegen de berekende waarde op basis van het aanwezige vermogen gedeeld door het aantal geplaatste aandelen.
Dat impliceert dat na uitgifte van nieuwe aandelen het vermogen van de vennootschap € 153.982 plus € 1.360.000 zal bedragen, derhalve € 1.513.982; (…) De bestaande aandeelhouders verwateren in hun aandelen bezit met 84,50 %, zodat de 45 % aandeelhouders nog 6,95% behouden en de 10% aandeelhouder nog 1,50 % behoudt. De vergadering besluit met algemene stemmen om het voorstel tot uitgifte van nieuwe aandelen in het kapitaal van de vennootschap in de verhouding 35 % van de nieuwe aandelen uit te geven aan Bikkel Beheer b.v. en 65% van de nieuw uit te geven aandelen uit te geven aan Tridenti Beheer b.v., zodat de verhoudingen na uitgifte zullen worden:
Bikkel Beheer b.v. (6,96 % plus 1,60 % plus 35 %) = 43,56 %
B.V. Diependael 6,96 %
Tridenti Beheer 49,44 %
(…)”
Voorts is ter vergadering onder meer de jaarrekening over 2011 vastgesteld en het bestuur decharge verleend voor het door hem gevoerde bestuur in 2011.
2.1
[F] is de enige bestuurder van Tridenti Beheer B.V.
2.11
Diependael BV is op 7 mei 2013 door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant failliet verklaard met benoeming van de Curatoren tot curatoren. Teneinde te kunnen komen tot de vereffening van het vermogen van Diependael BV, wensten de Curatoren inzicht te verkrijgen in de waarde van het 45%-belang van de vennootschap in RAB en in het bestaan en de waarde van een vordering van Diependael BV op RAB van circa € 140.000. Daartoe hebben de Curatoren, bij monde van mr. F. Ortiz Aldana, vanaf 25 juni 2013 op diverse tijdstippen aan RAB (Bikkel BV) verzocht om informatie over de gang van zaken bij RAB en daartoe contact onderhouden met [A] en diens adviseur [G] (hierna: [G]).
2.12
Op 28 augustus 2013 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen [A] en [G] en mr. Ortiz Aldana en op 2 oktober 2013 is enige informatie aan mr. Ortiz Aldana gezonden; op 25 november 2013 heeft mr. Ortiz Aldana (per e-mail) aanvullende stukken opgevraagd, waaronder de getekende presentielijst van de algemene vergadering van aandeelhouders (hierna ook: AvA) van RAB van 25 februari 2013, de verstuurde oproepingsbrieven, de akte van levering door [belanghebbende sub 1] van haar aandelenbelang in RAB aan Bikkel BV en het actuele aandeelhoudersregister van RAB. Op 15 januari 2014 is namens de Curatoren voorts nog verzocht om overlegging van onder meer de definitief vastgestelde jaarrekening 2011 van RAB en alle “kredietstukken van de Rabobank waaruit de financiering van [RAB] blijkt (eind 2011 € 1,7 mio) en het meest actuele overzicht van de op dit moment openstaande schuld (…)”.
Ondanks diverse aanmaningen is de gevraagde informatie niet ontvangen. Op 30 april 2014 is namens de Curatoren aan [A] en [G] te kennen gegeven dat, nu elke reactie op brieven en informatieverzoeken uitblijft, op korte termijn een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer zal worden geëntameerd. Op 2 mei 2014 is naast alle voorgaande stukken nog verzocht om toezending van de akte van uitgifte van nieuwe aandelen RAB overeenkomstig het besluit van de AvA van 25 februari 2013.
2.13
In een e-mailbericht van [G] van 19 mei 2014 aan (een collega van) de Curatoren is onder meer het volgende te lezen:
“Ik heb alle informatie inmiddels verzameld, maar nog niet de gelegenheid gehad er door heen te lopen en te controleren of daarmee al uw vragen zijn beantwoord. Ik doe dat vanavond en morgenavond, en stuur u uiterlijk morgenavond de stukken.
(…)
Overigens, in tegenstelling tot wat u denkt, zijn de besluiten die in de AVA van vorig jaar zijn genomen, nog niet uitgevoerd en zijn er nog geen nieuwe aandelen uit gegeven.
Wat op dit moment de zaak nog ingewikkelder maakt is dat de Rabo bank inmiddels heeft besloten tot afbouw van de kredieten die aan RAB zijn verstrekt te willen komen. Vorige week vrijdag is daar een brief voor ontvangen. Hoe het dan verder moet met de vennootschap is nog niet bekeken, maar ook op dat punt zal ik u informeren c.q. overleggen.”
2.14
De Curatoren hebben de door hen bij de e-mail van 25 november 2013 verzochte informatie uiteindelijk niet ontvangen.

3.De gronden van de beslissing

3.1
De Curatoren hebben aan hun verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid van RAB en dat onmiddellijke voorzieningen dienen te worden getroffen. Ter toelichting hebben zij onder meer het volgende naar voren gebracht.
( i) Er is aan hen geen of onvoldoende informatie verstrekt ter zake van de financiële positie van RAB:
- sinds 2006 zijn er geen jaarrekeningen meer vastgesteld, althans zijn er geen AvA’s gehouden waarvoor Diependael BV is uitgenodigd of waarop zij aanwezig was (hetgeen wordt bevestigd door [belanghebbende sub 1] die evenmin is uitgenodigd of aanwezig was);
- de informatie die wel door de Curatoren is ontvangen is onbetrouwbaar (de in de conceptjaarrekening 2011 vermelde omzetting van de vordering van Bikkel BV op RAB in agio of aandelenkapitaal is nimmer geëffectueerd en het is onjuist dat [belanghebbende sub 1] in de AvA van 25 februari 2013 aanwezig was);
- de status van de jaarrekening van RAB over 2011 is onduidelijk; conceptjaarstukken voor 2012 en 2013 zijn kennelijk nog niet opgemaakt;
- onduidelijk is hoe de boekwaarde van de golfbaan in de conceptjaarrekening 2011 van RAB zich verhoudt tot de waarde in het economische verkeer van de golfbaan en hoe die laatste waarde zich verhoudt tot de (omvang van de) hypothecaire lening die aan RAB is verstrekt;
- het ontstaan van de vordering van RAB ad ruim € 700.000 op QGR is onduidelijk, evenals het ontstaan van de schuld van RAB aan Bikkel BV van bijna € 1 miljoen;
- de status van de vordering van Diependael BV op RAB is onduidelijk, evenals de (juridische) status van de in 2.4 bedoelde vaststellingsovereenkomst;
- de omvang en de status van de schuld aan Rabobank is onduidelijk, evenals het standpunt van Rabobank daaromtrent en dier opstelling jegens RAB (het krediet zou zijn opgezegd);
- onduidelijk is of en zo ja in hoeverre thans sprake is van een financiële noodsituatie bij RAB.
(ii) Er is sprake van een ongeoorloofde belangenverstrengeling aan de zijde van Bikkel BV en [A] waardoor RAB wordt benadeeld, althans daarvoor moet ernstig worden gevreesd:
- QGR was, en QGC en Riverdale zijn, kennelijk aan Bikkel BV gelieerd;
- RAB heeft de door QGR verschuldigde huurpenningen ter zake van de huur van de golfbaan niet geïnd;
- betwijfeld moet worden of de huurprijs van de golfbaan van € 150.000 en de overige huurvoorwaarden, mede gezien de omvang van de (vaste) lasten van RAB, wel ‘at arm’s length’ waren vastgesteld;
- betwijfeld moet worden of de thans aan Riverdale in rekening te brengen huurprijs zakelijk is en wordt geïnd;
- betwijfeld moet worden of de door Riverdale voor de exploitatierechten van de golfbaan betaalde vergoeding van € 10.000 zakelijk was.
(iii) Kennelijk is sprake van vals opgemaakte notulen van AvA’s van RAB over de jaren 2007 tot en met 2013 en van valse jaarstukken van RAB over de jaren 2006 tot en met 2010. Vanaf 2007 is door Bikkel BV als bestuurder gehandeld in strijd met de statuten van RAB en met de wet doordat geen (rechtsgeldige) AvA’s zijn gehouden en geen (rechtsgeldig) vastgestelde jaarstukken zijn gedeponeerd.
3.2
RAB en Bikkel BV hebben weliswaar, uiteindelijk ter zitting, enig verweer tegen het verzoek gevoerd, doch zij hebben eveneens te kennen gegeven geen overwegende bezwaren te hebben tegen toewijzing van het door de Curatoren verzochte onderzoek en evenmin tegen de door hen verzochte onmiddellijke voorzieningen. Zij hebben erkend dat zij niet adequaat hebben gereageerd op de door en namens de Curatoren gedane verzoeken om informatie doch hebben betoogd dat de financiële administratie van RAB wel degelijk naar behoren is bijgehouden, toegankelijk is en eenvoudig (digitaal) te raadplegen.
[F] voert overleg met Rabobank over de continuering van RAB’s kredieten. De vennootschap staat al sinds september 2012 onder toezicht van de afdeling bijzonder beheer van die bank; haar bankschuld bedraagt thans circa € 2,1 miljoen en het is de bedoeling dat die schuld met een ‘discount’ wordt afgekocht of overgedragen. Het is verder de vraag, aldus RAB en Bikkel BV, of de exploitatie van de golfbaan wel op enigerlei wijze lonend kan zijn of worden gemaakt; ter terechtzitting hebben zij in dit verband nader toegelicht dat de omzet van RAB - welke bestaat uit de pacht voor het café/restaurant dat bij de golfbaan is gelegen en door Vof LM4U wordt uitgebaat, uit de door Riverdale verschuldigde huurpenningen van de golfbaan en uit een deel van de ‘fees’ van de golfclub en -shop Topfitgolf - circa € 230.000 per jaar bedraagt, dat het onderhoud van de golfbaan circa € 100.000 per jaar kost en dat het resterende bedrag aan RAB toekomt die daaruit haar hypothecaire en andere lasten moet voldoen. Het krediet van RAB bij de Rabobank is uitgeput; RAB heeft op dit moment geen middelen om een onderzoek te bekostigen. Aldus - nog steeds - RAB en Bikkel BV.
3.3
De Ondernemingskamer stelt vast dat genoegzaam is komen vast te staan dat (het bestuur van) RAB weigerachtig is gebleken om ter zake van de door de Curatoren opgeworpen vragen en twijfelpunten helderheid te verschaffen. Zij acht het in dit verband niet onaannemelijk dat (het bestuur van) RAB in de periode tussen augustus 2013 en mei 2014 bewust bij de Curatoren de indruk heeft laten (voort)bestaan dat het in de AvA van 25 februari 2013 genomen besluit, om de vordering van Bikkel BV op RAB om te zetten in agio of in aandelen RAB, reeds was uitgevoerd en dat de daaruit resulterende verwatering van het belang van Diependael BV in RAB - derhalve ook - reeds had plaatsgevonden. Omtrent de rechtsgeldigheid van het desbetreffende besluit van de AvA is overigens geen duidelijkheid verkregen. Bij gebrek aan het bestaan van enige aanwijzing voor het tegendeel acht de Ondernemingskamer het voorshands aannemelijk dat [belanghebbende sub 1] noch Diependael BV in die AvA (rechtsgeldig) vertegenwoordigd is geweest en evenmin (rechtsgeldig) daarvoor is opgeroepen. In hoeverre dit een en ander (wèl) het geval is geweest voor de voordien, in de jaren 2007 tot en met 2012 gehouden AvA’s van RAB, is onduidelijk gebleven.
3.4
Voorts is aannemelijk te achten dat zowel QGR als QGC en Riverdale aan Bikkel BV en [A] gelieerd was respectievelijk zijn. Onduidelijk is gebleven in hoeverre tussen die partijen en RAB zakelijk is gehandeld, doch reeds de omstandigheid dat moet worden aangenomen dat Bikkel BV als bestuurder van RAB kennelijk geen aanleiding heeft gezien de huurpenningen voor het exploitatierecht van de golfbaan van QGR te innen (hetgeen klaarblijkelijk mede erin heeft geresulteerd dat RAB vanwege het faillissement van QGR een verlies heeft geleden van ruim € 700.000), wijst erop dat de belangen van RAB enerzijds en de belangen van QGC/Bikkel BV/[A] anderzijds onvoldoende uit elkaar zijn gehouden. Ook de omstandigheid dat (via Riverdale) in wezen dezelfde partij, QGC/Bikkel BV/[A], de exploitatie van de golfbaan na het faillissement van QGR kennelijk zonder meer heeft kunnen voortzetten, levert een aanwijzing op dat Bikkel BV, als bestuurder van zowel QGC als RAB, de belangen van RAB en dier overige aandeelhouders ondergeschikt heeft gemaakt aan haar eigen belangen (en die van [A]/QGC) althans al die belangen onvoldoende gescheiden heeft gehouden. Aldus acht de Ondernemingskamer het aannemelijk dat Bikkel BV als bestuurder van RAB de belangen van RAB heeft veronachtzaamd en heeft toegelaten dat dier onderneming is of kon worden geschaad.
3.5
Op grond van hetgeen in 3.3 en 3.4 is overwogen en gelet ook op hetgeen in 2.6 tot en met 2.14 is vermeld en overigens uit de gedingstukken blijkt, onderschrijft de Ondernemingskamer de opvatting van de Curatoren dat sprake is van gegronde redenen om aan een juist beleid van RAB te twijfelen en acht zij het doen instellen van een onderzoek naar dat beleid - inclusief de in 3.1 vermelde vraag- en twijfelpunten - gerechtvaardigd. Nu de status van de jaarrekeningen van RAB vanaf het jaar 2006 onduidelijk is (betwijfeld moet immers worden of er rechtsgeldig jaarrekeningen zijn vastgesteld) dient het onderzoek, zoals door de Curatoren verzocht, de periode vanaf 1 januari 2006 te omvatten.
3.6
Gelet op hetgeen in 3.4 is overwogen acht de Ondernemingskamer het tevens noodzakelijk dat, zoals verzocht, Bikkel BV als bestuurder van RAB wordt geschorst en dat een derde tot bestuurder wordt benoemd. In dit verband acht de Ondernemingskamer het geboden dat door de bestuurder, in de eerste plaats, de (financiële) stand van zaken bij RAB in kaart wordt gebracht opdat kan worden beoordeeld in hoeverre middelen aanwezig zijn om het bevolen onderzoek te bekostigen. Om die reden zal de Ondernemingskamer vooralsnog de aanwijzing van een persoon teneinde het onderzoek te verrichten, aanhouden. In dit verband hebben de Curatoren ter terechtzitting verklaard bereid te zijn tot een bedrag van € 10.000 zekerheid te stellen voor het salaris en de kosten van de te benoemen bestuurder, opdat deze spoorslags met zijn taken zal kunnen aanvangen.
3.7
De beslissing op het verzoek van de Curatoren tot het overdragen, ten titel van beheer, van één of meer door Bikkel BV en/of Diependael BV gehouden aandeel of aandelen in het geplaatste kapitaal van RAB aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen derde, zal de Ondernemingskamer vooralsnog aanhouden, zulks mede in afwachting van het gevoelen daaromtrent van de te benoemen bestuurder.
3.8
Ten slotte zal RAB, als de in het ongelijk te stellen partij, worden verwezen in de kosten van het geding.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Resort Appelscha Beheer B.V., gevestigd te Doorn, over de periode vanaf 1 januari 2006;
benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon teneinde het onderzoek te verrichten;
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 20.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Resort Appelscha Beheer B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoege van de onderzoeker vóór de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dient te stellen;
benoemt mr. A.C. Faber tot raadsheer-commissaris als bedoeld in artikel 2:350 lid 4 BW;
schorst, bij wijze van onmiddellijke voorziening, vooralsnog voor de duur van het geding en voor zover nodig in afwijking van haar statuten, met ingang van heden Bikkel Beheer B.V. als bestuurder van Resort Appelscha Beheer B.V. en bepaalt dat aan haar in die hoedanigheid geen vergoeding zal toekomen;
benoemt, bij wijze van onmiddellijke voorziening, vooralsnog voor de duur van het geding en voor zover nodig in afwijking van haar statuten, met ingang van heden, W.R. Küh te Soest tot bestuurder van Resort Appelscha Beheer B.V.;
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze bestuurder ten laste komen van Resort Appelscha Beheer B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoege van de bestuurder vóór de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dient te stellen;
verwijst Resort Appelscha Beheer B.V. in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van de Curatoren begroot op € 3.298;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de beslissing op het in 1.2 sub b (ii) verzochte aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.F. Faase, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. J.H.M. Willems, raadsheren, en E.R. Bunt en H. de Munnik, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof en mr. D. Cohen Tervaert, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 22 augustus 2014.