Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.Beoordeling
failure to fulfill its contractual obligations according to the 503145 and 503146 contracts” tot betaling van schadevergoeding aan [A] veroordeeld van € 194.548,28, met kosten. Aan dit eindvonnis zijn drie arbitrale tussenvonnissen voorafgegaan. [A] baseerde haar vordering tot schadevergoeding op het bestaan van drie met [B] gesloten overeenkomsten tot levering in 2006/2007, 2007/2008 en 2008 van drie keer 100 ton “tall fescue variety farandole”. Deze overeenkomsten zouden zijn tot stand gekomen door bemiddeling van [C](hierna:[C]) die in dit soort zaken optreedt als makelaar. Volgens [A] heeft[C] daarvoor drie “confirmations” (hierna: confirmation orders) met nummers 503145, 503146 en 503147, gedateerd op 7 maart 2005, opgesteld en aan partijen toegezonden. [B] heeft [A] bij exploot van 8 maart 2011 gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam en de vernietiging gevorderd van de arbitrale vonnissen. Bij het vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank deze vordering toegewezen op de grond, kort weergegeven, dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen een geldige overeenkomst tot arbitrage is overeengekomen en dat het arbitraal tribunaal zich daarom ten onrechte bevoegd had verklaard. Tegen dit vonnis heeft [A] twee genummerde grieven en een algemene grief gericht. Het hof overweegt met betrekking tot de grieven als volgt.
grief 1herhaalt [A] haar – door de rechtbank verworpen – primaire verweer dat [B] in haar vordering tot vernietiging van de arbitrale vonnissen niet kan worden ontvangen omdat zij tegen het arbitrale eindvonnis arbitraal hoger beroep had kunnen instellen en dus niet is voldaan aan de in artikel 1064 lid 1 Rv opgenomen voorwaarde voor het rechtsmiddel van vernietiging dat het arbitrale vonnis waarvan vernietiging wordt gevorderd “niet vatbaar is voor arbitraal hoger beroep”.
grief 2keert [A] zich tegen het oordeel van de rechtbank dat tussen partijen geen geldige arbitrageovereenkomst tot stand is gekomen. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat zowel naar Frans recht, het rechtstelsel dat volgens [A] deze vraag beheerst, als naar Iers recht, dat volgens [B] voor die vraag beslissend is, arbitrage schriftelijk moet zijn overeengekomen wil sprake zijn van een geldige arbitrageovereenkomst. Volgens de rechtbank is aan de voorwaarde van schriftelijkheid in de onderhavige zaak niet voldaan. De enige schriftelijke stukken die een arbitrageclausule bevatten dan wel daarnaar verwijzen zijn, aldus de rechtbank, de drie door[C] ondertekende ‘confirmation orders’ van 7 maart 2005 waarvan [B] echter de ontvangst gemotiveerd heeft betwist. Naar het oordeel van de rechtbank kan relevant bewijs op dit punt uitsluitend geleverd worden door bewijs te leveren van de ontvangst en de acceptatie van de confirmation orders zelf. Omdat [A] zelf heeft gesteld dat zij niet in staat is (technisch) bewijs daarvan te leveren, moet het ervoor worden gehouden dat de arbitrage niet schriftelijk is overeengekomen en dat van een geldige overeenkomst van arbitrage geen sprake is, aldus, kort samengevat, het oordeel van de rechtbank.
il faut que vous m’informiez absolument de la situation réelle car [A] attend 100 T de la Récolte 2006”). Tussen partijen is evenmin in geschil - zie het vonnis van de rechtbank onder 2.3; ook in hoger beroep onbestreden - dat[C] [B] per e-mail van 8 november 2006 heeft gewezen op het contract met [A] met nummer 503145 op grond waarvan [B] 100 ton “FE Farandole”, oogst 2006, zou moeten leveren en aan [B] heeft meegedeeld: “
La société [A] souhaite recevoir ces marchandises”. Ten slotte staat vast dat [B] op deze e-mails van[C] schriftelijk niet anders heeft gereageerd dan door middel van een door genoemde [F] namens [B] verzonden e-mail van 15 november 2006 met een mededeling die niet anders kan worden uitgelegd dan als een verklaring waarom [B] niet in staat was te voldoen aan haar verplichting tot (volledige) levering van de door [A] bestelde graszaden. In de e-mail schrijft genoemde [F] aan genoemde [E] van[C] immers:
CONTRACT All other terms and conditions of I.S.F.”) verwezen naar de ISF “Rules and Usages for the Trade in Seeds for Sowing Purposes” waarvan artikel 90 een arbitrageclausule bevat (luidende:
“(...) any difference (...) resulting from transactions started or concluded on the basis of the present Rules, (....) shall be settled by binding arbitration according to the ISF Procedure Rules for Dispute Settlement, with the exclusion of ordinary judicial procedure and unless otherwise expressly agreed to in writing”) en is voldaan aan de vereiste schriftelijke vorm waaraan een overeenkomst die partijen bij geschillen tot arbitrage verplicht volgens de beide door partijen aangewezen rechtsstelsels moet voldoen.