Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, met
2.De feiten
grief I in principaal
3.De beoordeling
any person, institution, business or company wich is (directly or indirectly) competitive with or in the same or similar field as the business conducted by Booking.com B.V.(..)”. De arbeidsovereenkomst tussen partijen bevat ook een geheimhoudingsbeding.
leading online travel agencyin Latijns Amerika. In dat kader houdt zij zich onder meer bezig met hotelboekingen (in Latijns Amerika).
grief II in principaal beroepklaagt [appellant] erover dat de kantonrechter heeft overwogen (r.o. 6) dat [appellant] niet heeft weersproken dat op 1 november 2012 (in de grief wordt ten onrechte gesproken over 12 november 2014) een geldig concurrentiebeding is overeengekomen en evenmin dat dit beding ten tijde van het einde van de arbeidsovereenkomst van kracht is. Het hof overweegt als volgt.
grieven III en IV in principaal beroepberusten op een verkeerde lezing van het vonnis: overweging 7 bevat een weergave van de stellingen van Booking en betreft (dus) geen oordelen van de kantonrechter. Dat de weergave van bedoelde stellingen onjuist zou zijn, wordt in de grieven niet betoogd. De grieven falen mitsdien. Met hetgeen in de toelichting van de grieven wordt aangevoerd zal het hof, waar nodig, rekening houden bij de behandeling van de overige grieven van [appellant].
grieven V tot en met IX in principaal beroeplenen zich voor gezamenlijke behandeling. Zij richten zich alle tegen de door de kantonrechter aan Booking toegewezen vorderingen (zie hiervoor onder 3.1 sub (vii)). Het hof overweegt als volgt.
grief X in principaal beroepheeft [appellant] geen belang, nu de aangevallen overweging onderdeel uitmaakt van de gronden waarop de kanton-rechter een vordering van Booking heeft afgewezen (het betreft vordering (c): zie hiervoor onder 3.1 sub (vii)).
grief II in incidenteel beroepklaagt Booking erover dat de kantonrechter haar vordering uit hoofde van artikel 7:677 lid 1 BW juncto artikel 7:680 lid 1 BW heeft afgewezen. Het betreft hier een geldvordering en Booking heeft aangaande de spoedeisendheid van die vordering niets gesteld en daaromtrent is het hof ook niets gebleken. Reeds op die grond komt ook het hof tot afwijzing van genoemde vordering. De grief leidt mitsdien niet tot het daarmee gewenste resultaat.