ECLI:NL:GHAMS:2014:3882
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor leidingschade door onzorgvuldig graafwerk
In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder tussenarrest van 26 november 2013, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tussen Liander N.V. en Voorbij Funderingstechniek B.V. Liander, de appellante, heeft in deze procedure schadevergoeding gevorderd van Voorbij, de geïntimeerde, wegens schade aan een gasleiding die is ontstaan tijdens graafwerkzaamheden. Het hof heeft in zijn tussenarrest overwogen dat Voorbij, bij een zorgvuldige bestudering van de Klic-tekening, had moeten constateren dat de graafwerkzaamheden de leiding zouden kunnen raken. Het hof heeft Voorbij de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over deze conclusie, maar Voorbij heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die de conclusie van het hof zouden kunnen weerleggen.
Het hof heeft vastgesteld dat Voorbij had moeten begrijpen dat de aanwezigheid van de gasleiding in het gebied waar zij de damwand ging aanbrengen een risico met zich meebracht. Ondanks dat Voorbij de tekeningen niet eerder had ontvangen, had zij de verantwoordelijkheid om de ligging van de leiding te controleren voordat zij met de werkzaamheden begon. Het hof concludeert dat de beschadiging van de leiding een onrechtmatige daad van Voorbij oplevert, waardoor zij aansprakelijk is voor de kosten van herstel.
De vordering van Liander is toegewezen, waarbij het hof het vonnis van de kantonrechter heeft vernietigd. Voorbij is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 13.466,08, vermeerderd met wettelijke rente, en is ook veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van het hof, bestaande uit de genoemde rechters.