ECLI:NL:GHAMS:2014:3939
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J. den Boer
- E.G. van der Laan
- Rechtspraak.nl
Intrekking beroep en verzoek om vergoeding van proceskosten in belastingzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van een beroep door belanghebbende, [X], tegen een uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had eerder bij de rechtbank Noord-Holland een beroep ingesteld tegen de uitspraak van de inspecteur inzake de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2011. Op 18 maart 2013 heeft belanghebbende dit beroep ingetrokken, waarna de rechtbank op 8 april 2013 het verzoek tot vergoeding van proceskosten heeft afgewezen. Het hoger beroep van belanghebbende is op 15 mei 2013 ontvangen, waarbij de inspecteur een verweerschrift heeft ingediend. Tijdens de zitting op 30 juli 2014 zijn nadere stukken van belanghebbende besproken.
Het geschil in hoger beroep betreft de vraag of belanghebbende recht heeft op een vergoeding van proceskosten, en of zij een te lage belastingteruggaaf heeft ontvangen. Het Hof oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de kosten die belanghebbende vergoed wil zien niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat er geen op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht te vergoeden kosten zijn gemaakt. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat het beroep rechtsgeldig is ingetrokken. De enkele omstandigheid dat de belastingteruggaaf lager is dan verwacht, is onvoldoende om het ingetrokken beroep opnieuw ter beoordeling voor te leggen.
De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. J. den Boer, lid van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. E.G. van der Laan als griffier.