ECLI:NL:GHAMS:2014:4400
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- D.B. Bijl
- E.M. Vrouwenvelder
- B.A. van Brummelen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar BPM en hoorplicht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 oktober 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [A], vertegenwoordigd door gemachtigde A.F.M.J. Verhoeven, tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar tegen de voldoening van belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) voor een Audi A4 Cabriolet. Belanghebbende had op 1 oktober 2010 BPM voldaan en maakte op 27 april 2012 bezwaar tegen de voldoening, maar dit bezwaar werd door de inspecteur niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De rechtbank bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 28 maart 2013.
In hoger beroep voerde belanghebbende aan dat de hoorplicht was geschonden en dat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard. Het Hof oordeelde dat de hoorplicht niet was geschonden, aangezien er hoorgesprekken hadden plaatsgevonden op 4 mei en 15 juni 2012, waarin de ontvankelijkheid van het bezwaar was besproken. Het Hof concludeerde dat het bezwaar niet tijdig was ingediend, aangezien het niet binnen de wettelijke termijn van zes weken was ingekomen. De termijnoverschrijding was niet verschoonbaar, omdat er geen feiten waren die dit zouden rechtvaardigen.
Daarnaast werd het beroep op het Unierecht door het Hof verworpen, omdat belanghebbende niet alle rechtsmiddelen had uitgeput door geen tijdig bezwaar in te dienen. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De kostenveroordeling werd afgewezen, en belanghebbende werd gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.