3.1 (i) [appellant] heeft in 2001 een woning aan de Draaikeverstraat 1 te Den Haag (verder: de Draaikeverstraat) gekocht voor € 378.906,48. [appellant] was op dat moment al eigenaar van woningen aan de Da Costalaan 122 en aan de Rembrandtstraat 71-A te Den Haag (verder: de Da Costalaan en de Rembrandtstraat) die een verwachte gezamenlijke overwaarde van € 222.760,79 hadden.
(ii) Ter financiering van de Draaikeverstraat heeft [appellant] , die een jaarinkomen van € 27.364,- had, met Postbank (
de rechtsvoorganger van ING, verder te noemen ING, hof)een meerwaardeovereenkomst gesloten. Deze stelde [appellant] vanwege een door hemzelf in te brengen vermogen van € 193.991,04, waarvoor hij bij ING een overbruggingshypotheek afsloot, in staat een (aflossingsvrije) meerwaardehypotheek groot € 408.402,19 af te sluiten bij ING. Het ingebrachte vermogen werd gestort in een beleggingsdepot (Postbank Obligatiefonds) en gesplitst in een Kapitaalopbouwgedeelte en in een Aanvullingsgedeelte dat voorzag in een maandelijkse aanvulling op het inkomen van [appellant] van € 998,77.
(iii) Blijkens brieven van 14 december 2001 van Remax Makelaarsdiensten was al een bemiddelingsopdracht verstrekt voor de verkoop van de Da Costalaan en de Rembrandtstraat.
(iv) In 2003 is de Da Costalaan verkocht voor € 177.000,-, waarvan [appellant] € 170.500,- heeft gebruikt om de overbruggingshypotheek op 19 augustus 2003 deels af te lossen.
( v) Vanwege tegenvallende rendementen van het Postbank Obligatiefonds in 2002 en 2003 heeft ING kredietnemers van meerwaardehypotheken in 2004 aangeboden gebruik te maken van een garantieregeling. In de bijlage bij de brief van 24 maart 2004 van ING aan [appellant] is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“
Uw Postbank MeerWaardehypotheek
Het kenmerkende van de Postbank MeerWaardehypotheek is dat u door eigen vermogen in te brengen een hogere hypotheek heeft dan u op basis van alleen uw inkomen zou kunnen krijgen.
Uw eigen vermogen is als volgt ingezet:
-
om kapitaal op te bouwen waarmee u aan het einde van de looptijd de hypotheek geheel of gedeeltelijk kunt aflossen: dit is het Kapitaalopbouwdeel.
-
om gedurende de looptijd van de hypotheek uw inkomen maandelijks aan te vullen: dit is het Aanvullingsdeel. Doordat elke maand een bedrag aan u wordt uitgekeerd, neemt dehoogte van het Aanvullingsdeel geleidelijk af. De duur van de aanvulling is medeafhankelijkvan het rendement van het Postbank Obligatiefonds. De aanvulling zorgt ervoor dat uw maandelijkse lasten beter betaalbaar zijn.(…)
De mogelijkheden voor garantie
Ook de Postbank is teleurgesteld over de koersontwikkeling van het Postbank Obligatiefonds in de afgelopen twee jaar. Echter, aan een product als de Postbank MeerWaardehypotheek zijn risico’s verbonden. Bij het afsluiten van uw MeerWaardehypotheek bent u geïnformeerd over deze risico’s. Toch wil de Postbank graag iets doen om u extra zekerheid te geven over uw maandelijkse inkomensaanvulling. U kunt kiezen uit twee opties.
Optie 1De Postbank garandeert dat u per 1 juni 2004 tot aan 20 jaar na het passeren van uw MeerWaardehypotheek op 06/03/2002 maandelijks € 998,00* kunt onttrekken aan uw Aanvullingsdeel.
Dit bedrag is gelijk aan100%van het oorspronkelijke maandelijkse aanvullingsbedrag van € 9980,00*. Dit is tevens het maximumbedrag dat u maandelijks kunt opnemen. De garantietermijn loopt tot aantweederde van uw oorspronkelijke looptijdvan 30 jaar.
Dit betekent dat de Postbank de betaling van uw maandelijkse aanvullingsbedrag gedurende de garantietermijn overneemt zodra een eventueel tekort ontstaat in uw Aanvullingsdeel. Na afloop van de garantietermijn zult u in geval van een tekort, zelf uw inkomensaanvulling moeten opvangen. Een bedrag dat eventueel aan het einde van de garantietermijn in het Aanvullingsdeel overblijft, kunt u blijven gebruiken voor de maandelijkse aanvulling op uw inkomen.(…)”
Optie 2 betrof, kort gezegd, de garantie van een maandelijks aanvullingsbedrag van € 698,60 (70% van het oorspronkelijke maandelijkse aanvullingsbedrag van € 998,-) voor de duur van 30 jaar.
[appellant] heeft gekozen voor optie 1.
(vi) Op 14 juni 2004 heeft ING aan [appellant] een brief gestuurd met als onderwerp “
Nadere overeenkomst – garantie MeerWaardeovereenkomst” (hierna: garantieovereenkomst). [appellant] heeft deze brief ondertekend en daarbij als datum opgegeven 8 juni 2004. De brief luidt, voor zover van belang: “
Hierbij doen wij u de nadere overeenkomst bij de MeerWaardeovereenkomst toekomen. Na ondertekening hiervan zullen de volgende voorwaarden voor u gelden.(…)
2. Maximale maandelijkse aanvullingsbedrag
Het maandelijkse aanvullingsbedrag dat hierboven wordt genoemd, is het maximumbedrag dat u per maand mag onttrekken aan het thans resterende aanvullingsgedeelte. Hierbij geldt dat dividenduitkeringen volledig moeten worden herbelegd en derhalve niet vrij kunnen worden opgenomen. Hogere of extra onttrekkingen zijn niet toegestaan, ook niet indien u gedurende de looptijd van de lening, voor dan wel na het sluiten van deze nadere overeenkomst, in enige maand geen of een lager bedrag heeft onttrokken.
Indien u in enige maand een hoger bedrag dan het hierboven genoemde maandelijkse aanvullingsbedrag onttrekt, eindigt de garantie van Postbank automatisch. Aan de garantie kan dan geen enkel recht meer worden ontleend. De beëindiging van de garantie verandert niets aan uw recht om uw eventueel nog resterende aanvullingsgedeelte te blijven gebruiken voor de maandelijkse aanvulling op uw hypotheeklasten, conform het bepaalde in de MeerWaardeovereenkomst.
11. Uw verklaringen
Door het accepteren van de garantie van Postbank ziet u af van juridische procedures tegen Postbank ter zake van de MeerWaardeovereenkomst. Tevens verklaart u hierbij dat u kennis heeft genomen van de door ons verstrekte informatie en dat u zich bewust bent van de risico’s verbonden aan de beleggingen in het kader van de MeerWaardeovereenkomst, waaronder het risico dat uw aanvullingsgedeelte vóór het einde van uw lening zal zijn uitgeput.”
(vii) Bij fax van 31 mei 2007 heeft [appellant] als volgt geïnformeerd:
“Na aanleiding van uw brief van d d 26-04-2007 doe ik u de volgende informatie u toekomen, ik ben al een tijd bezig met het oversluiten van mijn hypotheek, de onderhandelingen zijn in een gevorderd stadium gekomen. Het open staande hypothecaire schuld en de daar bij behorende achterstand worden in een keer in gelost.”
(viii) Bij brief van 18 september 2007, heeft het door [appellant] ingeschakelde notariskantoor Dierckxsens Lijzen van Grinsven (verder: de notaris) aan ING onder meer het volgende geschreven:
“
Blijkens akte op 6 maart 2002 (…) verleden, werd door u aan [eiser] (…) een hypothecaire lening verstrekt groot in hoofdsom € 602.393(de meerwaardehypotheek en de overbruggingshypotheek, hof)
. Deze lening zal op 18 oktober a.s. bij mij worden afgelost wegens oversluiting. In verband met de gebruikelijke recherches (…) worden de gelden op 22 oktober a.s. telefonisch overgemaakt.”
(ix) Op 6 oktober 2007 heeft [appellant] aan ING het navolgende faxbericht gestuurd:
“
Na aanleiding van ons telefonische gesprek doe ik u een verzoek om mijn beleggingen te doen verkopen en dat in mindering te bergen op de eind nota.”
( x) ING heeft vervolgens de beleggingsportefeuille verkocht. De verkooptransactie is vermeld op de aan [appellant] toegestuurde afschriften van zijn Beleggersgiro Kapitaalopbouw en Beleggersgiro Inkomensaanvulling van 10 oktober 2007.
(xii) Bij brief van 9 maart 2008 heeft [appellant] het volgende aan ING geschreven:
“
Zo als u weet licht er bij de notaris (…) een nieuwe Hypotheek acte, we hebben echter het probleem, dat het beslag dat er op de Draaikeverstraat rust gelicht of er af gehaald moet worden voor dat de notaris de acte kan passeren. De rechtbank in den haag heeft (…) het vonnis uit gesteld. De datum is nu 19-04 2008. Mijn advocaat heeft nu een kortgeding lopen voor het opheffen van het beslag.
Het openstaande hypothecaire schuld en de daar bij behorende achterstand worden in een keer in gelost.”
(xii) Bij brief van 18 augustus 2010 heeft mr. M.W. Eshuis van dELb advocaten zich namens [appellant] bij ING beklaagd over het door ING nalaten te wijzen op de risico’s van de meerwaardehypotheek en over de verkoop van de beleggingsportefeuille door ING.
(xiii) Bij (fax)brief van 25 augustus 2011 heeft [appellant] ING aansprakelijk gesteld voor al zijn schade.