ECLI:NL:GHAMS:2014:5125
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.M.M. Tillema
- L.R. van Harinxma thoe Slooten
- E.J.H. Schrage
- Rechtspraak.nl
Verdeling van vorderingen bij aandelenoverdracht tussen advocatenkantoren
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Lissan Beheer B.V. tegen Marap B.V. inzake een geschil over de verdeling van vorderingen na de overdracht van aandelen in een advocatenkantoor. Lissan, die 50% aandeelhouder was van Appelman & Mes Advocaten, heeft bij de overdracht van haar aandelen een aantal cliënten en openstaande vorderingen meegenomen. Later ontstond er een nieuwe vordering op een van die cliënten, mevrouw [Z], nadat een aanvankelijk verleende toevoeging werd ingetrokken. Lissan vorderde betaling van dit bedrag van Marap, die de andere 50% van de aandelen bezat.
Het hof oordeelt dat, op basis van de redelijkheid en billijkheid, de later ontstane vordering ook aan Lissan toekomt, omdat beide partijen gelijk aandeelhouder waren. Het hof wijst de vordering van Lissan toe tot een bedrag van € 1.955,94, wat de helft is van de vordering op mevrouw [Z]. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de kantonrechter, dat de vordering had afgewezen, en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
De uitspraak benadrukt het belang van redelijkheid en billijkheid bij de uitvoering van overeenkomsten, vooral in situaties waar onvoorziene omstandigheden zich voordoen na de totstandkoming van een overeenkomst. Het hof bevestigt dat de overeenkomst tussen de partijen in stand blijft, maar dat deze moet worden aangevuld om recht te doen aan de ontstane situatie.